Kernmachten moderniseren hun wapens
ZWEDEN - Het aantal kernwapens is de afgelopen dertig jaar drastisch verminderd, maar dat is geen reden om opgelucht adem te halen. De kernmachten investeren juist enorme bedragen in de modernisering van hun wapentuig. Dat stelt het Stockholmse Internationale Instituut voor Vredesonderzoek SIPRI in een gisteren verschenen rapport.
Het instituut ziet geen tekenen dat wereldwijd ook maar één kernmacht bereid is van zijn kernwapens afstand te doen. Hoewel alle kernmachten bezig zijn hun arsenalen te moderniseren, blijkt tegelijk uit het rapport dat het aantal kernkoppen verder is gedaald. Begin 2017 waren de Verenigde Staten, Rusland, Groot-Brittannië, China, Pakistan, India, Frankrijk, Noord-Korea en Israël in het bezit van in totaal naar schatting 14.935 kernwapens. Vergeleken met het midden van de jaren tachtig, toen er 70.000 kernkoppen waren, is dat aantal door diverse ontwapeningsovereenkomsten aanzienlijk verminderd. De daling afgelopen jaar bedroeg 460 atoomwapens. Die teruggang ging in een langzamer tempo dan in de afgelopen tien jaar.
Zowel de Verenigde Staten (6800) als Rusland (7000), die samen 93 procent van de kernwapens bezitten, zijn volgens SIPRI omvangrijke moderniseringsprojecten begonnen. De VS willen tot 2026 voor 400 miljard dollar in het onderhoud en de vernieuwing van hun nucleaire arsenaal investeren. “De geplande stijging van uitgaven van de VS komt niet onverwacht,” zegt SIPRI-onderzoeker Hans Kristensen. “De huidige Amerikaanse regering zet haar ambitieuze nucleaire moderniseringsplannen voort, die al door president Barack Obama in gang waren gezet.”
Ook staten met weinig kernkoppen investeren volgens het rapport in vernieuwing. Frankrijk bezit driehonderd nucleaire wapens, gevolgd door China met 270 en Groot-Brittannië met 215. De onderzoekers schatten dat Noord-Korea inmiddels tien tot twintig kernkoppen heeft.
(De Telegraaf)