Verdachten MH17 in Nederland berecht
DEN HAAG - De verdachten van het neerschieten van vlucht MH17 zullen door een rechtbank in Nederland en onder de Nederlandse wet worden berecht. De landen die samenwerken in het strafrechtelijk onderzoek naar de ramp hebben dat besloten. Dat heeft het Nederlandse kabinet gisteren bekendgemaakt. In het strafrechtelijk onderzoek naar de ramp werkt Nederland in het Joint Investigation Team (JIT) samen met Maleisië, Oekraïne, Australië en België. Al deze landen hebben volgens de ministers Stef Blok (Veiligheid en Justitie) en Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) aangegeven het volledige vertrouwen te hebben in het Nederlandse rechtssysteem. Er lagen nadat Rusland een veto had uitgesproken over een VN-tribunaal nog twee mogelijkheden op tafel: een nog op te richten internationaal tribunaal of nationale vervolging in een van die landen die samenwerken in het onderzoek. Met Oekraïne zijn afspraken gemaakt om het proces in Nederland plaats te laten vinden. Een verdrag hierover wordt waarschijnlijk nog deze maand ondertekend. Nederland en Oekraïne regelen hierin onder meer de overdracht van de strafvervolging aan ons land, de mogelijkheid om verdachten te horen via een videoverbinding en de overdracht van het uitvoeren van mogelijke gevangenisstraffen. Het Nederlandse Openbaar Ministerie had zijn voorkeur uitgesproken voor berechting in Nederland. Het strafrechtelijk onderzoek is inmiddels in een fase dat het voor het OM belangrijk was om duidelijkheid te krijgen over de berechting.
Nu de beslissing is genomen, betekent dit niet dat er op korte termijn verdachten voor de rechter zullen staan. Het strafrechtelijk onderzoek is nog in volle gang. Hoewel er een groep betrokkenen in beeld is, zijn er nog geen mensen in staat van beschuldiging gesteld. Daar komt nog bij dat het de verwachting is dat Rusland en Oekraïne verdachten niet zullen uitleveren, omdat hun grondwet dat verbiedt.
(De Telegraaf)