Molenaars ontfermen zich over De Otter in West
AMSTERDAM - In afwachting van de uitkomst van een slepend conflict over De Otter hebben drie molenaars zich als vrijwilligers ontfermd over de verweesde molen in West.
In de afgelopen elf jaar hebben de wieken van De Otter één keer gedraaid, en dat was voor het windonderzoek dat munitie moest verschaffen aan de eigenaar en stadsdeel West in hun juridische strijd om de toekomst om de eeuwenoude houtzaagmolen aan de Kostverlorenvaart.
Maar daar komt snel verandering in, belooft Robert Jan Prins, molenaar van de Oostzijdse Molen in Abcoude en aanvoerder van een team van drie gediplomeerde molenaars die zich in afwachting van de uitkomst van het slepende conflict hebben ontfermd over de verweesde molen.
“Het gaat ons aan het hart dat De Otter zo staat te verkommeren,” zegt Prins. “We zijn naar de eigenaar en het stadsdeel gestapt om te vragen of we het dagelijks onderhoud op ons mochten nemen, en gelukkig hebben we daar toestemming voor gekregen.” “De Otter is de laatste zaagmolen van Amsterdam die ook nog eens op zijn historische plek staat. De handgesmede krukas in de molen is nog precies dezelfde als waarmee de eerste eigenaar van de houtzagerij, Bastiaan Prins, in 1631 van start ging. Het is een monument om als stad verschrikkelijk zuinig op te zijn. Het verbaast me eerlijk gezegd ook wel dat er zo lang niets mee is gedaan.”
Dat laatste vindt zijn oorsprong in een conflict dat al bijna vijftien jaar duurt. Aanleiding was de nieuwbouw die verrees rond het molenterrein.
Voor de eigenaar van De Otter, de molenstichting onder leiding van de Bloemendaalse houthandelaar Arthur de Jong Luneau, was dat reden om bij het stadsdeel toestemming te vragen voor een verhuizing van de net voor veel geld restaureerde molen naar een nieuw industrieel park in Uitgeest. Het stadsdeel wilde het monument niet kwijt, en kreeg tot nog toe gelijk van de rechters die zich over de zaak bogen.
Een verhuizing van de molen lijkt inmiddels van de baan. Er liggen plannen voor een museum en wat horeca. “Een goede oplossing,” vindt molenaar Roel Gremmer van de 1100 Roe in Nieuw-West, het derde lid van het team.
“In Utrecht hebben ze iets dergelijks gedaan met De Ster, ook een eeuwenoude houtzaagmolen. Er worden tegen betaling zaagdemonstraties gegeven en er is een terras waar je wat kunt eten en drinken. Dat loopt prima.” Hoewel het terrein in de Gillis van Ledenberchstraat een dramatisch verwaarloosde indruk maakte, leerde een eerste inspectie dat de conditie van de molen niet slecht is. “De molen moet nodig geverfd en geteerd worden,” zegt Prins. “Maar het houtwerk is in goede staat. Belangrijk is dat hij weer gaat draaien. We hebben hem een paar weken geleden even losgegooid, en dat verliep probleemloos. Het is een licht lopend molentje. Ook bij weinig wind draait hij makkelijk rond.”
Dus dat is het plan voor de komende periode: De Otter zal weer regelmatig draaiend te zien zijn en de drie molenaars pakken het achterstallig onderhoud stap voor stap aan.
(Het Parool)