Marineterrein moet plek worden voor innovatie en wonen
AMSTERDAM - Het Marineterrein moet, wanneer in 2018 Defensie helemaal is vertrokken, veranderen in een plek voor internationale topinstellingen, wonen en sporten. Dat staat in het principebesluit waar het college van b. en w. dinsdag mee in heeft gestemd. De gemeente heeft samen met het Rijk, de huidige eigenaar van het terrein, en stadsdeel Centrum de eerste plannen gemaakt voor het terrein van dertien hectare.
De hekken rond het terrein moeten in juli 2018 ook weg zijn. Nu al zijn een aantal gebouwen vrijgekomen, waar dertig bedrijfjes en horecazaken zich hebben gevestigd. Het gaat veelal om creatieve en innovatieve ondernemingen, zoals appmakers en start-ups die zich bezighouden met duurzaamheid.
Deze tijdelijke bewoners zijn een voorproefje van wat de plannenmakers uiteindelijk op het Marineterrein zouden willen zien. Amsterdam hoopt nieuwe en bestaanden bedrijven te trekken die zich richten op innovatie, bijvoorbeeld in de technologie, duurzaamheid, sport en maritieme sector. Er moet een mix ontstaan van zowel kleine als grote vernieuwers, die ook een bijdrage kunnen leveren aan grootstedelijke problemen.
Voor een deel van de werknemers van deze bedrijven moet op het Marineterrein ook plek zijn om te wonen. Ook hierbij streeft de gemeente ernaar om innovatie de leidraad te laten zijn. Hoeveel woningen er precies komen, moet volgend jaar in defintieve plannen duidelijk worden. Wel is het idee dat de helft van het terrein onbebouwd blijft. De openbare kades aan het Oosterdok, een intiem plein aan de binnenhaven en verschillende kleine stadsparken moeten openbaar toegankelijk zijn. Ook sporten moet hierin een belangrijke rol krijgen: er moet plek zijn voor bootcamps, er komen hardlooproutes en in de haven moet je een frisse duik kunnen nemen. In het gebied zijn bovendien geen auto’s welkom. Om het terrein meer met de stad te verbinden, komen er twee nieuwe fiets- en voetgangersbruggen: eentje richting Nemo, de ander over de Dijksgracht.
(Het Parool)