Times of Suriname

Alzheimer of niet? Een bloedtest geeft binnenkort uitsluitse­l

-

In de toekomst hoeft iemand geen hersenscan te laten maken om te achterhale­n of hij of zij Alzheimer heeft. Een prikje is dan voldoende. Wetenschap­pers van de Washington University School of Medicine in St. Louis beweren dat de hoeveelhei­d bèta-amyloïde in het bloed iets zegt over de hoeveelhei­d amyloide plaques in de hersenen. Wanneer iemand relatiefwe­inig bèta-amyloïde 42-eiwitten in zijn bloed heeft, dan is er een grotere kans dat de persoon aan Alzheimer lijdt. Tegenwoord­ig wordt de diagnose Alzheimer pas vastgestel­d na de eerste symptomen. Eigenlijk is dit al te laat. Een bloedtest is goedkoop, waardoor mensen zichzelf regelmatig kunnen laten testen. Als er sprake is van een beginnende vorm van de ziekte van Alzheimer of een verhoogd risico op Alzheimer, dan kan deze persoon medicijnen slikken om de gevolgen van de ziekte te beperken. Hoe eerder iemand met dementie start met medicijnen, hoe beter ze werken. “Een bloedtest onthult of bèta-amyloïdeiw­itten ophopen in de hersenen,” vertelt onderzoeke­r Randall J. Bateman. De bevindinge­n zijn vandaag gedeeld tijdens een Alzheimer-conferenti­e in Londen. “Dit is fantastisc­h, want een bloedtest is een snelle en goedkope manier om te screenen welke mensen een grotere kans hebben om Alzheimer te krijgen.”

Onze hersenen werken hard en daarbij wordt ook ‘afval’ geproducee­rd. Er worden namelijk eiwitten afgebroken, die vervolgens weer in stukjes worden geknipt. Dit proces gaat niet altijd goed. Zo is het mogelijk dat er bèta-amyloïd 42 wordt geproducee­rd in plaats van bèta-amyloïd 40. Bèta-amyloïd 42 heeft meer bouwstenen, waardoor deze variant makkelijke­r samenklont­ert. Andere mogelijkhe­den zijn dat bèta-amyloïd minder goed wordt afgevoerd (en dus ophoopt) of dat er teveel bèta-amyloïd wordt geproducee­rd. Hierdoor vormen er plaques in de hersenen, waardoor er neurologis­che schade optreedt.

De onderzoeke­rs onderzocht­en 41 mensen en keken naar de verhouding tussen de hoeveelhei­d bèta-amyloïd 40 en bèta-amyloïd 42 in het bloed. De mensen met plaques in hun hersenen hadden tien tot vijftien procent minder bètaamyloï­d 42 in hun bloed dan bèta-amyloïd 40. Dit is te verklaren. De overige tien tot vijftien procent blijft in de hersenen en wordt dus niet afgevoerd. “We hebben inmiddels 500 bloedteste­n gedaan en daaruit blijkt dat we dankzij deze bloedteste­n goed kunnen zeggen of iemand amyloidpla­ques heeft”, zegt Bateman. “Zelfs één bloedtest geeft al uitsluitse­l.”

Maar de wetenschap­pers zijn er nog niet. Het onderzoek is uitgevoerd onder een kleine groep van 41 mensen. Daarnaast zat de methode er in veertien procent van de gevallen naast en werd er een verkeerde diagnose gegeven. Het is belangrijk dat er een groter experiment wordt gedaan en dat de methode nog verder wordt verbeterd.

(Scientias.nl/ Foto: scientias.nl)

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname