Nationale Ombudsman wil opheldering over onderzoek naar Van Laarhoven
DEN HAAG - De Nationale Ombudsman, Reinier van Zutphen, wil opheldering van de demissionair minister van Veiligheid en Justitie Stef Blok over het niet overhandigen van informatie door justitie. De ombudsman doet onderzoek naar aanleiding van een klacht van Johan van Laarhoven over zijn aanhouding in 2014. Dat staat in een brief die de ombudsman naar Blok heeft gestuurd. De klacht heeft betrekking op de rol die het Openbaar Ministerie, de Afdeling Internationale Rechtshulp in Strafzaken (AIRS) onderdeel van het ministerie van Justitie en Veiligheid, en de eenheid Zeeland-West-Brabant van de politie, hebben gespeeld bij de arrestatie van Van Laarhoven. Van Laarhoven was tot 2011 mede-eigenaar van de coffeeshopketen The Grass Company met vier coffeeshops in Tilburg en Den Bosch. In 2014 werd hij in zijn woonplaats in Thailand aangehouden nadat de Nederlandse autoriteiten het land hadden gevraagd te helpen bij een onderzoek naar hem via een zogeheten rechtshulpverzoek. Hij werd verdacht van overtreding van de opiumwet, witwassen en onderdeel zijn van een criminele organisatie. Dat verzoek kwam in juni dat jaar en een maand later werd dit verzoek herhaald in een brief waarin werd verzocht een onderzoek naar Van Laarhoven te overwegen.
Uit antwoorden van voormalig minister van Justitie Ard van der Steur in september vorig jaar bleek dat de aanhouding van Van Laarhoven het gevolg was van het rechtshulpverzoek. Volgens Van der Steur kon Thailand alleen aan het rechtshulpverzoek voldoen als ook de Thaise autoriteiten een eigen onderzoek zouden starten. Vanuit Nederland zou nooit om de aanhouding van Van Laarhoven zijn gevraagd. De ombudsman startte diezelfde maand een verkennend onderzoek op verzoek van Van Laarhoven en zijn vrouw. Van Zutphen wilde duidelijkheid over de procedure die is gevolgd en of er door de Nederlandse justitie zorgvuldig is gehandeld in relatie tot de Thaise autoriteiten.
In maart van dit jaar besloot de ombudsman op basis van zijn bevindingen een formeel onderzoek te starten. Op 29 maart heeft Van Zutphen in een brief alle betrokkenen van dit besluit op de hoogte gesteld en gevraagd relevante stukken te overhandigen, maar dit werd geweigerd.
De ombudsman kreeg te horen dat er geen informatie kan worden overhandigd sinds er een strafonderzoek loopt naar Van Laarhoven. Dat betekent dat de bevoegdheid van de ombudsman (voorlopig) komt te vervallen. Van Zutphen onderkent dit ook, maar zegt dat zijns inziens daar pas sprake van is als er een dagvaardiging is uitgegaan.
Van Laarhoven werd op 20 juni in hoger beroep in Thailand veroordeeld tot 75 jaar cel voor witwassen. Nederland en Thailand hebben een verdragsrelatie waardoor Van Laarhoven na vier jaar zijn straf kan uitzitten in Nederland. Dat is in juli 2018.
Mocht de ombudsman in zijn onderzoek naar de aanhouding van Van Laarhoven concluderen dat er fouten zijn gemaakt, dan kan hij niks afdwingen. Hij heeft een adviesfunctie en kan aanbevelingen doen voor toekomstige zaken. De rechtbank en het gerechtshof Den Haag oordeelden eerder dat het rechtshulpverzoek aan Thailand rechtmatig was. Er loopt nog wel een civiele zaak. (NU.nl)