Raadsvrouw pleit in zaak doodgeslagen kind

PARAMARIBO - Raadsvrouw Irene Lalji hield haar pleidooi voor Mohammed L die samen met zijn partner Pamela C wordt verdacht van het doodslaan van hun vierjarig kind. Mohammed L is de stiefvader van het slachtoffertje. Lalji zegt dat haar cliënt het kind weleens een corrigerende tik met een houten lepel gaf. Ook zette hij het jongetje als wijze van straf buiten om af te koelen. De advocaat zegt dat de vraag rijst of het de verdachte is geweest die het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel toebracht met de dood ten gevolge hebbende. Volgens haar staat het vast dat de man niet samen en in vereniging met de moeder, Pamela C, handelde, want uit het onderzoek blijkt op geen enkele wijze enige vorm van plan en samenwerking met betrekking tot de mishandeling. Mohammed L verklaart dat Pamela C het kind sloeg. De vrouw verklaarde in eerste instntie dat zij het kindje sloeg, om daarna te beweren dat de man het deed. Lalji vindt dat de vrouw steeds wisselende verklaringen aflegde. Het is Mohammed L die het kind naar de dokter bracht. Pamela C belde hem op, waarna hij thuis ging en het kindje bewusteloos op de grond aantrof. Zij verklaarde bij de politie dat het kind poept en plast en onzindelijk is. Zij gilde vaker tegen hem en sloeg hem met een houten lepel. Ook Mohammed L sloeg het jongetje met een lepel. Volgens Lalji zocht haar cliënt bij thuiskomst gelijk hulp voor het kind, terwijl de moeder rustig in een hobbelstoel zat en het kind geen hulp bood. Zij vindt dat Pamela C steeds verschillende verklaringen aflegde, maar de man bleef erbij het kind niet te hebben geslagen. Lalji vindt dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat Mohammed L het strafbare feit pleegde. Volgens haar is er wel overtuigend bewijs dat hij die dag niet thuis was en het kind niet sloeg. “De corrigerende tikken met de lepel kunnen niet hebben geleid tot de dood”, aldus de raadsvrouw. Op 4 oktober wordt de behandeling van deze zaak voortgezet.

WJ