Jongeren wachten lang op door rechter opgelegde therapie
DEN HAAG - Jongeren die van de jeugdrechter verplicht therapie moeten volgen, bijvoorbeeld tegen hun agressie, moeten daar vaak lang op wachten soms wel een jaar. Oorzaken zijn de wachtlijsten voor deze zorg en de onwennigheid van gemeenten, die sinds 2015 verantwoordelijk zijn voor de forensische jeugdhulp. Vorige maand kwam in het nieuws dat tientallen minderjarigen met ernstige psychische problemen lang op behandeling wachten vanwege de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg voor de jeugd, de bezuinigingen en de bureaucratie van de gemeenten. Nu blijkt ook een veroordeling door de jeugdrechter geen garantie voor een daadwerkelijke plaatsing in therapie. Om hoeveel jongeren het gaat, is niet bekend, maar onder meer het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming en organisaties voor jeugdpsychiatrie erkennen het probleem. Het Openbaar Ministerie MiddenNederland vindt dat het anders moet. ‘Na de zomer gaan de jeugdreclassering, de Raad voor de Kinderbescherming en het Openbaar Ministerie met de gemeenten praten over het aanbod van jeugdhulp en de behoeften van de strafrechtketen’, zegt een OM-woordvoerder. ‘Veel partijen zijn ermee bezig. Als de rechter een therapie oplegt, is die blijkbaar nodig en dan moet het ook gebeuren. De gemeenten moeten dat regelen.’ De Vereniging van Nederlandse Gemeenten zegt dat de jeugdrechter niet altijd goed op de hoogte is van de zorginstellingen waarmee de gemeenten contracten hebben en van mogelijke wachtlijsten. ‘We gaan hierover in gesprek. Zodat wij van justitie horen aan welke jeugdhulp behoefte is en wij hun beter zicht geven op welke zorg is ingekocht’, aldus een VNG-woordvoerder. ‘Het probleem zit hem meer in de ingewikkeldheid van het nieuwe jeugdhulpstelsel dan in de bureaucratie bij gemeenten.’ Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie laat jaarlijks in ongeveer zevenhonderd jeugdzaken een rapport over de minderjarige verdachte maken met onder meer een advies aan de rechter over passende therapie om herhaling van het misdrijf te voorkomen. Dat varieert van trainingen om agressie of druggebruik tegen te gaan tot gezinsbegeleiding en behandelingen in de forensische geestelijke gezondheidszorg. De rechter volgt vaak dit advies. In deze therapieën leren jongeren bijvoorbeeld hoe ze door een andere manier van denken minder achterdochtig kunnen worden. Of hoe ze aan zichzelf kunnen herkennen wanneer ze zo opgefokt raken dat ze even diep adem moeten halen voor te handelen. Jongeren die geen therapie volgen, hebben dus meer kans weer een geweldsdelict te plegen.
(Volkskrant.nl)