Wall Street beweegt richting lagere opening
NEW YORK - De Amerikaanse beurzen stevenen gisteren af op een lagere opening. Futures op de toonaangevende S&P 500 index noteren ruim een half uur voor de openingsbel tot 0,3 procent in het rood.
“Het positieve sentiment is vervlogen maar er is geen reden voor alarm, aangezien met name sprake is van winstnemingen”, aldus marktanalist David Madden van CMC Markets. “De Federal Reserve publiceerde woensdagavond de notulen van de laatste beleidsvergadering van de Federal Open Market Committee, daaruit bleek dat er niet veel is veranderd”, voegde hij toe. “De inflatie blijft onder de doelstelling van 2 procent en dit leidt tot verdeeldheid binnen de centrale bank over het tijdstip van een volgende renteverhoging. In aanloop naar de bijeenkomst was de markt er niet van overtuigd dat de rente dit jaar nog een keer verhoogd zou worden en dat zijn ze nog steeds niet”, besluit Madden. Daarnaast volgt de markt met argusogen de ontwikkelingen in Washington. Wall Street zag gisteren een groot deel van de winsten vervliegen, nadat de Amerikaanse president Donald Trump bekendmaakte twee economische adviesraden te ontbinden, nadat een aantal CEO’s aangaf er de brui aan te geven. Daarmee gaven de topmannen uiting aan hun ongenoegen over Trumps opmerkingen over het geweld in Charlottesville. “De abrupte ontbinding van de raden heeft de barsten in het vertrouwen van corporate Amerika in de president blootgelegd”, zei analist Henry Croft van Accendo Markets. “Met het uitblijven van de voor het bedrijfsleven positieve beleidsmaatregelen, waaronder de belastinghervorming en deregulering, lijkt het geduld in de Republikeinse leider af te brokkelen”,voegde hij toe. Op macro-economisch vlak werd voorbeurs bekend dat het aantal steunaanvragen in de week eindigend op 12 augustus in de Verenigde Staten is gedaald met 12.000 naar 232.000. Uit cijfers van de Federal Reserve bleek dat de industriële productie in juli met 0,2 procent is gestegen, waar een stijging van 0,3 procent werd voorzien. In juni steeg de industriële productie nog met 0,4 procent. Olie noteerde gisteren in het rood. Een september-future West Texas Intermediate daalde 0,5 procent tot 46,57 dollar, terwijl een oktober-future Brent 0,2 procent goedkoper werd op 50,10 dollar. De euro/ dollar noteerde rond de klok van drie uur op 1,1687. Bij aanvang van de handelsdag in Europa bewoog het muntpaar nog op 1,1755 en bij het sluiten van de Amerikaanse beurzen op woensdag stond er een stand van 1,1766 op de borden. (Beursduivel)