Leider Krim-Tataren veroordeeld tot twee jaar strafkamp door Russische rechtbank
RUSLAND - Een Russische rechtbank op de Krim heeft een van de leiders van de Krim-Tataren tot twee jaar strafkamp veroordeeld wegens separatisme. De 60-jarige Ilmi Oemerov was een felle tegenstander van de annexatie van de Krim door Rusland, drie jaar geleden.
Oemerovs advocaat, Mark Fejgin, zei dat de uitspraak neerkomt op een doodvonnis voor zijn cliënt, die aan Parkinson lijdt. Hij zei te hopen dat de westerse landen druk zullen uitoefenen op Rusland om de uitspraak te herzien. Oemerov kondigde aan dat hij tot aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in beroep zal gaan tegen het vonnis. Hij verzekerde dat hij ondanks de uitspraak zal vasthouden aan zijn overtuiging ‘dat de Krim Oekraïens grondgebied is dat door Rusland is bezet’. Volgens hem is de straf bedoeld om inwoners die het niet eens zijn met de annexatie van de Krim te intimideren. De Russische geheime dienst pakte Oemerov vorig jaar mei op nadat hij zich in een vraaggesprek met een inmiddels door Moskou gesloten televisiestation voor de KrimTataren had uitgesproken tegen de Russische bezetting van het schiereiland. Na zijn arrestatie werd hij korte tijd in een psychiatrische kliniek opgesloten.
Oemerov was ondervoorzitter van de Mejlis, het parlement van de Krim-Tataren dat ongeveer 15 procent van de bevolking van het schiereiland uitmaakt. Ook dat orgaan is inmiddels door de Russische autoriteiten ontbonden wegens ‘extremisme’. De KrimTataren hebben daartegen protest aangetekend bij het Europese mensenrechtenhof. De Krim-Tataren klagen dat zij het slachtoffer zijn van een gerichte campagne hen monddood te maken. Tal van leiders van de gemeenschap zijn gearresteerd.
Volgens een rapport van het VN-mensenrechtenbureau is er ook sprake van verdwijningen en martelingen. Ook komt het vaak voor dat arrestanten worden overgebracht naar Rusland, een praktijk die volgens de VN ‘illegaal’ is onder het volkenrecht. Inwoners die geweigerd hebben de Russische nationaliteit aan te nemen, zijn vrijwel rechteloos. Zij kunnen geen grond bezitten, mogen niet stemmen en kunnen geen baan bij de overheid hebben. (De Volkskrant)