Negen jaar geëist in 430 kilo drugszaak
PARAMARIBO – Het Openbaar Ministerie (OM) heeft gisteren zijn strafeis gewijzigd in de 430 kilo drugszaak, waarin Antonius S terechtstaat. De officier van justitie eiste in haar repliek (tweede beurt) voor poging tot uitvoer in het tweede kanton acht jaar celstraf, terwijl zij in haar requisitoir vijf jaar eiste. Zij eiste daarbij een boete van SRD 50.000 te vervangen door twaalf maanden hechtenis. In het derde kanton bleef haar strafeis van een jaar ongewijzigd.
Zij vond bij nadere bestudering van de zaak dat haar strafeis niet passend was, gelet op de gangbare strafvoorstellen. Zij vindt het niet vreemd dat niemand Antonius S de cocaïne zag plaatsen in de graafmachine, omdat het genoegzaam bekend is dat daders van grootschalige drugshandel ervoor zorgen dat hun strafbare handelingen buiten het zicht van het publiek plaatsvinden. Daarom ligt het bewijs voor de opsporing en vervolging ook niet voor handen. Volgens haar heeft Antonius S niet kunnen weerleggen noch overtuigen waarom een voor hem onbekende derde de bijkans 430 kilo cocaïne verstopte in het contragewicht van de graafmachine die hij in Suriname invoerde en na enige tijd wilde uitvoeren. “Ook het feit dat een of meer personen in de loods zijn geweest in afwezigheid van de verdachte, doet niets aan het wettig en overtuigend bewijs.” De vervolgingsambtenaar vindt dat het niets afdoet aan het bewijs dat Antonius S de graafmachine ten verkoop aanbood met de kans dat zijn bod werd aanvaard. Zij zegt dat het verkopen van de graafmachine mogelijk onderdeel was van de scenario om geen argwaan te wekken. “Niet steekhoudend is ook de stelling dat Antonius S niets van de cocaïne afwist, omdat de machine in Nederland aan een 100 % controle onderworpen zou worden. Het is thans gebleken dat daders van grootschalige witwaspraktijken en drugshandel de Rotterdamse haven ontwijken, omdat op de andere havens geen 100 % controle plaatsvindt. Daarom is het opmerkelijk dat de uitvoer van de graafmachine uit Nederland wel via de haven van Rotterdam is geschied en de invoer in Nederland zou plaatsvinden via een andere haven.” Anders dan de verdediging is de vervolging van oordeel dat in casu geen sprake is van een voortgezette handeling, maar van een meerdaadse samenloop. Daarom is het afzonderlijk ten laste leggen van de strafbare feiten niet in strijd met de wet. Raadsman Raoul Lobo zal op 8 november dupliceren. Hij bracht onder de aandacht van de rechter dat zijn cliënt een gebroken arm heeft, omdat een andere arrestant hem verwondde. WJ