“Iemand die juridisch niet bestaat, kan niet doodgaan”
PARAMARIBO – Raadsman Irvin Kanhai pleitte gisteren voor zijn cliënt Choenilal R, die verdacht wordt van doodslag van Kiran Dowling Suzanne. Volgens hem gaat de vervolgingsambtenaar ervan uit dat Suzanne de familienaam van het slachtoffer is. Dat blijkt volgens hem niet te kloppen; hij merkt op dat de familienaam van het slachtoffer Samanta is. “Iemand die juridisch niet bestaat, kan niet doodgaan. Er is geen doodslag gepleegd tegen Kiran Dowling Suzanne.” Daarom vroeg hij het Openbaar Ministerie nietontvankelijk te verklaren. Kanhai zegt dat het latere slachtoffer ter plaatse ging om zich schuldig te maken aan een strafbaar feit, namelijk brandstichting. Het latere slachtoffer ging samen met ene W naar Saramacca voor de brandstichting. De verdachte Choenilal R hoorde van een buurtbewoner dat een voertuig voor het perceel dat hij beheerde, geparkeerd stond. Hij ging naar de plaats en zag dat de woning in brand stond. W, die inmiddels is veroordeeld voor brandstichting, wist in het voertuig te vertrekken. Choenilal R trof het slachtoffer op het perceel aan en stond oog in oog in contact met hem. Hij dacht dat een aanval zijdens de man zou volgen. Hij was met zijn jachtgeweer, waarmee hij schoot op het slachtoffer. In zijn ervaring zag hij dat het slachtoffer iets bij zich had, waarmee hij hem zou aanvallen. Kanhai zegt dat het om zelfverdediging gaat, omdat het om een plotselinge wederrechtelijke aanval ging. Met een vonnis onderbouwde hij dat er sprake is van noodweer in deze zaak. Hij vroeg de verdachte te ontslaan van alle rechtsvervolging. Tegen Choenilal R is zes jaar celstraf geëist. Op 4 december wordt de behandeling van deze zaak voortgezet.
WJ