Tijd rijp voor beleid voor olievelden voor de kust
PARAMARIBO - Het is tijd dat de politiek, met name de regering, goed bij zichzelf te rade gaat wat zij van plan is te doen indien er een grote olievondst voor de kust wordt gedaan. De kans op de ontdekking van een olieveld voor de kust is groter dan ooit, aangezien Guyana steeds dichter bij de grens met Suriname op het zwarte goud stuit.
Er is volgens Rudolf Elias, directeur van Staatsolie Maatschappij Suriname, nog geen duidelijke stootrichting wat er zal moeten gebeuren met een gigantisch olieveld voor de kust en wat de plaats van Staatsolie binnen het geheel zal moeten zijn. De tijd is volgens de Staatsolie-baas rijp om daar nu over na te denken. Dit zegt hij in het kader van een seminar die werd gehouden tijdens de jaarvergadering van de New Petroleum Producers Discussion Group die deze week in Paramaribo is afgesloten. Tijdens het seminar liet Staatsolie zich informeren over lessons learned door de nieuwe opkomende olieproducenten die ook grote olievoorraden in hun zeegebied hebben ontdekt. Deskundigen en beleidsmakers uit Guyana, Trinidad and Tobago en Ghana hebben hun ervaringen gedeeld met Suriname. In Guyana heeft de grote olievondst in Liza, nabij de zeegrens met Suriname, voor veel misconcepties gezorgd binnen de samenleving en bij politici. “Er zijn zelfs mensen die denken dat zij elk eind van de maand een cheque in handen zouden krijgen”, zegt de Guyanese minister van Natuurlijke Hulpbronnen, Raphael Trotman, die ook aanwezig was op de petroleumconferentie.
Elias drukt de regering op het hart om samen met het bedrijfsleven de koppen bij elkaar te steken, zodat effectief ingespeeld kan worden op de ontdekking van een olieveld voor de kust. Tegelijkertijd zal ook Staatsolie onder een vergrootglas moeten worden geplaatst. “Staatsolie is een commercieel bedrijf, maar wij zijn tegelijkertijd ook de regulator. Er is sprake van een zekere mate van belangenverstrengeling”, zegt Elias. Bij wet is een welvaartsfonds ingesteld en de bedoeling is dat ook vanuit de oliesector daar geld naar zal moeten toestromen. Dit is volgens Elias alvast een stap in de goede richting. Maar van een duidelijk duurzaam beleid over hoe Suriname wil omgaan met de olievelden voor de kust, waarvan Staatsolie van overtuigd is dat zij er liggen, is er nog geen sprake. Volgens Elias zal de politiek niet moeten wachten op de vondst alvorens daarover na te denken. “Het is een discussie die wij moeten voeren met onze aandeelhouder.”