De lessen die Liberia leerde na de ebola
LIBERIA - Toen ebola drie jaar geleden deze rubberplantage ten oosten van de Liberiaanse hoofdstad Monrovia bereikte, stapelden de besmette lichamen zich op rond de muren van een kleine geboortekliniek. “Er lagen er drie onder die boom”, wijst hoofdverpleegster Tracy Wleh-Wehleh naar het dampende oerwoud buiten. ‘En drie hier binnen. En twee daar. Lichamen overal waar ik kon kijken.” De hoofdverpleegster is een goedlachse en diepgelovige vrouw. Elke zin eindigt ze met een dankwoord voor de hogere krachten die haar het lot bespaarden van veel van haar collega’s. Onder de 4.810 doden die na de ebola-uitbraak werden geteld in Liberia, waren 192 verplegers en artsen. Hulpverleners verloren familie, vrienden en collega’s. “Bij de gratie Gods, heb ik de epidemie overleefd”, zegt ze. “Ik ben een overlever.” Maar ook al liepen zij de grootste risico’s, de plaatselijke verpleegsters en artsen zagen weinig terug van de 900 miljoen euro aan buitenlandse donaties die Liberia ontving na de ebola-uitbraak. Volgens een berekening die het tijdschrift Newsweek al in 2015 maakte, een jaar na het begin van de uitbraak, kwam nog geen 2 procent van dat hulpgeld bij de Liberiaanse verpleegsters terecht. Het meeste ging naar buitenlandse hulporganisaties en ingevlogen buitenlandse specialisten en artsen. Het Amerikaanse leger stuurde behalve artsen ook nog 4.000 mariniers. Groot-Brittannië stuurde 750 soldaten.“Nee, ik ben geen miljonair geworden”, lacht Wleh-Wehleh. Ze kreeg een eenmalige bonus van 1.000 euro en verdient nu 150 euro per maand. Haar vier collega’s in de geboortekliniek zeggen dat ze de bonus nooit hebben ontvangen. Ebola kon zich als een veenbrand over West-Afrika uitbreiden, omdat de gezondheidszorg in de zwaarst getroffen landen Liberia, Sierra Leone en Guinee te zwak was om verspreiding van het virus te stoppen. Liberia beschikte over twee ambulances en had één dokter per 70.000 inwoners. Drie jaar later komen zelfs de hoogste ambtenaren bij de regering tot de conclusie dat de meeste ziekenhuizen er net zo slecht aan toe zijn als voor ebola. “Al het geld ging op aan tijdelijke opvang, aan tenten en behandelcentra voor ebola. We hebben opvangcentra gebouwd die werkelijk niet één ebola-patiënt hebben gezien”, verzucht dr. Mosoka Fallah van het Nationaal Gezondheidsinstituut in Monrovia. De eerste 900 Amerikaanse soldaten arriveerden pas eind oktober 2014. Ze bouwden maar liefst zeventien behandelcentra voor ebola.
(NRC.NL)