Amnesty noemt Iraans proces tegen VUB-academicus ‘manifest oneerlijk’

EU

Iraanse autoriteiten moeten onmiddellijk de terdoodveroordeling van Ahmadreza Djalali vernietigen, zegt Amnesty International. De organisatie noemt het proces tegen de man “manifest oneerlijk.”

De Iraanse arts en academicus studeerde en gaf les aan de Vrije Universiteit Brussel en ook in Italië en Zweden. In april 2016 werd hij gearresteerd door agenten van het Iraanse ministerie voor Inlichtingen. Volgens informatie van zijn vrouw zou hij afgelopen weekend schuldig bevonden en ter dood veroordeeld zijn.

Amnesty hekelt de manier waarop de man maandenlang werd vastgehouden en hoe zijn proces werd gevoerd. “Ahmadreza Djalali werd ter dood veroordeeld na een manifest oneerlijk proces dat nog maar eens toont dat de Iraanse autoriteiten lak hebben aan de rechtsstaat en vasthouden aan de doodstraf,” zegt Wies De Graeve, directeur van Amnesty International Vlaanderen. “Het bewijs dat werd aangeleverd toont niets anders dan een academicus die vreedzaam zijn beroep tracht uit te oefenen.”

Zeynab Taheri, een van de advocaten van Djalali, vertelde aan Amnesty International dat de terdoodveroordeling er kwam voor de aanklacht “verderving van de aarde” (ifsad fil-arz) en dat er ook een boete van 200.000 euro werd opgelegd. Het verdict dat werd getoond aan een van de advocaten, beweert dat Djalali samengewerkt zou hebben met de Israëlische overheid en dat die overheid hem zou hebben geholpen om een verblijfsvergunning te krijgen in Zweden. Amnesty verwijst ook naar een opname van zijn stem die dit weekend op YouTube werd gepubliceerd. Daarin zegt Ahmadreza Djalali volgens de organisatie dat hij tijdens zijn gevangenschap werd gedwongen om bekentenissen af te leggen voor een videocamera, door verklaringen voor te lezen die zijn ondervragers hadden opgesteld. Djalali zegt verder dat hij onder intense druk werd gezet door psychologische foltering en bedreigingen, onder meer over zijn kinderen en dat hij moest bekennen een spion te zijn voor een ‘vijandige overheid’. In de opname beweert hij ook dat hij vervolgd wordt voor zijn wetenschappelijke overtuigingen. Hij ontkent alle aantijgingen. “Het is absurd dat de Iraanse autoriteiten de academische banden die Djalali heeft met Europese universiteiten en landen zien als bewijs tegen hem,” zegt De Graeve. “Vooral op een moment dat de Iraanse autoriteiten zelf actief de band met EU-lidstaten proberen te versterken.”

Amnesty vraagt de Belgische regering om meer druk uit te oefenen op Iran. “Sinds zijn arrestatie in april 2016 hebben meerdere Europese autoriteiten voor zijn vrijlating gepleit. Ook Didier Reynders en Geert Bourgeois hebben zich al bezorgd getoond over de zaak. Dit vonnis moet ook voor hen het signaal zijn om de inspanningen op te drijven.”

(De wereld morgen/Foto:

ytimg.com)