Iran wist mogelijk aan Nederlandse technologie te komen
AMSTERDAM Nederlandse technologie en materialen zijn de afgelopen jaren mogelijk gebruikt door landen als Iran, Pakistan en Syrië voor het maken van massavernietigingswapens en raketten. De inlichtingendiensten verstoren jaarlijks ‘een substantieel aantal’ pogingen van buitenlandse regimes om de Nederlandse kennis en hoogwaardige spullen in het geniep te bemachtigen.
Dit zegt het kabinet naar aanleiding van uitspraken van Onno Eichelsheim, directeur van de militaire inlichtingendienst MIVD, die verklaarde dat de drie landen hier graag winkelen om aan onderdelen en kennis te komen. Het gaat hier om zogenaamde ‘dualuse-technologie’ die zowel voor wapens als voor de civiele industrie gebruikt kan worden. Dat kunnen bijvoorbeeld grondstoffen zijn voor het maken van chemische wapens of hittebestendige materialen en kogellagers. ‘Zo’n onderdeel zou je zomaar terug kunnen zien in een ballistische raket van Iran’, aldus Eichelsheim vorige maand in een ANPinterview over de pogingen van de drie landen. Van het drietal is alleen Pakistan een kernmacht. Islamabad wist in de jaren zeventig mede dankzij de Nederlands-Duitse technologie om uranium te verrijken aan kernwapens te komen. Iran heeft al jaren een omvangrijk rakettenprogramma. Het omstreden nucleaire programma van Teheran is sinds vorig jaar ‘bevroren’ nadat Iran akkoord ging met een internationale deal, in ruil voor het opheffen van de economische sancties.
Syrië heeft zijn chemische wapens vernietigd, maar het land wordt ervan verdacht nog steeds een kleine hoeveelheid achter te houden. Ook beschikt Damascus nog steeds over de technologie en de deskundigen om, als president Assad het sein geeft, deze wapens weer op grote schaal te produceren. Voor de burgeroorlog beschikte Damascus over een van de grootste chemische wapenprogramma’s. Ook probeerde Syrië in het geniep een kernreactor te bouwen. Deze werd echter in 2007 bij een Israëlische verrassingsaanval vernietigd.
(Volkskrant.nl)