Guyana denkt aan gezamenlijke raffinaderij met Suriname
PARAMARIBO - Guyana wil de mogelijkheden bekijken om samen met Suriname een olie-industrie op te zetten. Het buurland zal rond 2026 een oliereus zijn met de productie van zeker 350 duizend barrels olie per dag. Raphael Trotman, de Guyanese minister van Natuurlijke Hulpbronnen (NH), zegt overtuigd te zijn dat Suriname voor die tijd ook een grote olievondst zal doen voor de kust en dat zijn regering nu al moet denken aan het leggen van de basis voor een samenwerking. “Ik denk dat Suriname gauw een ontdekking zal doen voor de kust. Niet een, maar zelfs meerdere”, zegt de Guyanese bewindsman in gesprek met Times of Suriname.
In het zeegebied van Guyana zijn er na Liza, nog meer reserves aangetroffen in Payara, Snoek, Liza Deep en recentelijk in Turbot. Intussen zijn er meer dan 2 miljard barrels olie bewezen voor de kust van Guyana. Volgens onderzoek van een Amerikaanse geologisch instituut moeten er zeker 13,6 miljard barrels voor de kust van beide landen liggen en Trotman is ervan overtuigd dat een deel daarvan aan de Surinaamse kant ligt. Hij zegt in regeringsverband het onderwerp over een jointventure met Suriname te bepreken. Het opzetten van een gezamenlijke raffinaderij zal daarbij de rode draad zijn. Guyana zelf denkt niet aan het alleen opzetten van een plant, omdat de kosten peperduur zijn en de vraag is in hoeverre en hoe snel het zichzelf terug kan betalen, aangezien de onzekerheid op de oliemarkt.
Sinds de ontdekking van een grote oliereserve voor de kust van Guyana zijn politici verwikkeld in felle discussies met elkaar wat er met het zwart goud moet gebeuren. Ook is er veel wantrouwen naar de regering en oliemaatschappij ExxonMobil die de olievondst deed. Volgens Trotman moet dit een les voor Suriname zijn wanneer er een olievondst voor de kust wordt gedaan. Het land zal een goed nationaal beleid met nationaal draagvlak moeten formuleren, zodat politiek de effectieve inzet van de olievoorraden ten behoeve van de ontwikkeling van het land niet in de weg staat. “Het publiek zal altijd wantrouwig zijn naar de oliemaatschappijen en nog meer wantrouwen naar politici. De meest belangrijke les voor Suriname is het kunnen beheren van de verwachtingen. Bij een eventuele olievondst moet men niet van stapel lopen en zich blindstaren op wat er onder de grond is. De waarde kan heel snel dalen als de olieprijs keldert. Andere sectoren moeten niet verwaarloosd worden”, aldus Trotman. BC