De rol van een document in Palestijns-Israëlische conflict
PALESTINA - Duizenden Palestijnen demonstreerden gisteren tegen een brief die honderd jaar geleden werd geschreven. De 67 woorden van de Brit Arthur Balfour vormden toen, met de kennis van nu, de basis voor de oprichting van Israël.
In Londen is het honderdjarige jubileum van de Balfour-declaratie de afgelopen avond gevierd met een diner. De Britse premier May had er de Israëlische premier Netanyahu te gast. “Het was diplomatiek schipperen voor May”, zegt correspondent Tim de Wit. In haar speech zei May dat ze trots is op “onze pioniersrol” bij het ontstaan van Israël”. Tegelijkertijd pleit de Britse premier voor een tweestatenoplossing: Israël náást een volwaardige Palestijnse staat.
De premier zegt zich ernstig zorgen te maken over de illegale nederzettingen van Israël. Terug naar honderd jaar geleden. De Britten dachten toen vooral aan het winnen van de Eerste Wereldoorlog, zegt historicus Roel Meijer. Financiële en politieke steun uit Joodse hoek was daarbij hard nodig. Het was het officiële teken van de Britse kroon dat het Joodse volk recht had op een eigen staat in het toenmalige mandaatgebied Palestina. Met de toevoeging dat de rechten van de niet-Joodse bevolking gewaarborgd moesten blijven.
Meijer ziet het als een strategische verdeling van het op de Ottomanen veroverde gebied. “Het was de laatste stuiptrekking van het Britse imperialisme. Namelijk dat je met verschillende landen kunt doen wat je wilt.” De Fransen namen na de Eerste Wereldoorlog bezit van Syrië en Libanon, de Britten van Irak, Jordanië en het mandaatgebied Palestina. Joodse immigranten kwamen al vanaf eind negentiende eeuw vanuit Europa naar de regio, op de vlucht voor vervolging. Een vreedzame samenleving van Joden en Palestijnen bleek al in de jaren 20 lastig haalbaar. Het kwam geregeld tot confrontaties, waarbij soms honderden doden vielen.
(NOS.nl)