Internationale Dag van de Bergen
Ieder jaar op 11 december eren mensen de hoge plekken van de aarde: bergen! De wereld wordt overal bebouwd, en veel volkeren bouwen hun dorpen of steden dan ook hoog en droog. Daarom hebben we de Internationale Dag van de Bergen, en daarmee leren we hoe te leven met bergen, om de “mogelijkheden van bergontwikkeling te benadrukken” en om in het algemeen bergen te eren, voor wat ze zijn!
Deze Dag is in 2003 ingesteld door de Food and Agriculture Organization (FAO), en is later door de Verenigde Naties (VN) als officiële VN-dag doorgevoerd. Het thema van dit jaar is: ‘Mountains -Key to a Sustainable Future’. Het thema draait om duurzaamheid en hoe bergen daarin een rol kunnen spelen. Een berg is een landvorm die bestaat uit een beperkt gebied dat duidelijk hoger is dan de omgeving. De flanken van een berg bestaan uit meer of minder steile hellingen en het reliëf op en rondom de berg is groot. Een berg is in het algemeen hoger en steiler dan een heuvel, maar er bestaat geen vaste definitie voor het onderscheid tussen de twee. Soms wordt de definitie aangehouden dat een berg zich meer dan 200 à 300 meter boven zijn omgeving verheft; een kleinere verheffing wordt dan een heuvel genoemd.
In de aardrijkskunde en geologie onderscheidt men bergen naar hoogte, ligging of de wijze waarop ze zijn ontstaan. Wanneer vele bergen bij elkaar liggen, spreekt men van een gebergte. Gebergtes kunnen bestaan uit bergketens, aaneengesloten rijen van bergen; of bergmassieven, groepen aan elkaar vastzittende bergen. Tussen de bergen in liggen lagere gebieden. Meestal zijn dat dalen of vlakten. In een gebergte zijn bergen verbonden door bergkammen of graten. Het laagste punt op de graat tussen twee bergen wordt een zadel of bergpas genoemd. Het hoogste punt van een berg wordt de top genoemd. Een berg kan ook meerdere toppen hebben, die verbonden zijn door graten of kleine zadels. Een berg is meestal het product van omhoogwerkende krachten veroorzaakt door tektoniek en vulkanisme. Een hoger gelegen gebied in het landschap is altijd een dynamische situatie, waarbij de omhoogwerkende krachten tegen de erosie op werken. Erosie vindt plaats op gebieden met een grote helling, en zal als er geen omhoogwerkende krachten zijn, uiteindelijk tot gevolg hebben dat er geen reliëf meer overblijft. (Bron: www. fao.org)