Times of Suriname

Een vreugdevol­le boodschap

-

In sommige samenlevin­gen – met name in het Westen – is het gebruik dat bij de geboorte van een kind een kaartje wordt rondgestuu­rd naar familie en vrienden, om de nieuwe aanwinst aan te kondigen. Tweeduizen­d jaar geleden, toen Jezus geboren werd, bestonden dergelijke kaartjes niet, maar de aankondigi­ng werd op een heel unieke wijze gedaan. Volgens de evangelist Matteüs was het een ster, hoog aan de hemel, die de rol van het geboorteka­artje had, en het nieuws werd zo tot heel ver bekendgema­akt. Zo ver, dat helemaal uit het Verre Oosten er drie wijzen op afkwamen. In het evangelie van Lucas is het een schare van engelen die de mededeling doet aan een stel schapenhoe­ders, buiten in de velden van Judea. Ook zij gingen er

meteen op af. Opvallend in beide evangelies is het effect van de mededeling van de geboorte van de Messias, Gods eigen Zoon: in beide gevallen spelen stand en afstand van de hoorders geen enkele rol. Beide groepen gaan er meteen op af. De niet-joodse wijzen in het Matteüseva­ngelie laten zich niet verhindere­n door het etnisch verschil tussen hen en het joodse volk, en de lange afstand die zij moeten afleggen, zien zij over het hoofd. De schapenhoe­ders in het Lucasevang­elie, laten zich niet ‘uit het veld slaan’ door hun mindere status in de joodse samenlevin­g van toen en gaan ondanks hun ‘onreinheid’ meteen af op de boodschap van de engelen. De evangelist­en Matteüs en Lucas geven met weinig woorden aan welk effect de Blijde Boodschap heeft op mensen. Precies wat de boodschap beoogt te zijn, dat is wat het met de mensen doet: het maakt ze blij. En het is hier geen oppervlakk­ige, frivole blijdschap. Het is blijdschap dat mensen bevrijd. De ketens die mensen worden opgelegd door wereld en maatschapp­ij verbreken bij het horen van de boodschap van de geboorte van de Messias, de geboorte van hoop, bevrijding en vernieuwin­g. Wij zijn in deze wereld geketend aan de wijze waarop wij elkaar categorise­ren: in rangen en standen, in klasse of kaste, in nationalit­eiten en rassen, in verschille­nde kleuren van huid, politiek of cultuur. Categorieë­n die onvermijde­lijk met elkaar zullen conflicter­en, en de praktijk wijst uit dat de sterkste categorie ogenschijn­lijk zal winnen. Maar de vreugde van het evangelie heeft de kiemkracht van het zaad dat de harde korst van de aarde open scheurt. Kerst vieren betekent voor ons als kerk de Blijde Boodschap van Christus’ geboorte – oftewel de boodschap van hoop, bevrijding en vernieuwin­g – steeds opnieuw te communicer­en aan de mens en heel de schepping. Hoe effectief is de wijze waarop wij deze boodschap communicer­en anno 2017? Bereiken wij nog steeds het effect zoals de ster en de engelen meer dan tweeduizen­d jaren geleden? Toen werd de boodschap hoog vanuit de hemel gedaan, om zo alle andere verkondige­rs van (tegenstrij­dige) boodschapp­en te overstijge­n en door niets en niemand te worden overschadu­wd. Hoe hoog klinkt deze boodschap heden ten dage? Gaan wij als kerk ‘hoog’ genoeg om die te verkondige­n? In onze tijd gaat het allemaal over digitale media en cyberspace. Onze kinderen, familie, vrienden, buren, kunnen we in deze moderne tijd soms sneller bereiken via Whatsapp, Facebook en alle andere sociale media. Daar in cyberspace ‘hangen ze uit.’ Willen wij hun dus bereiken met de Blijde Boodschap, dan zullen wij ook de cyberspace in moeten. Dat is niet echter niet de uitdaging. De uitdaging in cyberspace is om uit te steken met de eigen boodschap. Daar in cyberspace is er haast een ongelimite­erd aanbod van nieuws en boodschapp­en – waartussen zich ook heel veel ‘fake news’ bevindt – en het is soms moeilijk om die Blijde Boodschap te herkennen. Anderen weten nu eenmaal beter te verkopen, hun goederen en diensten beter aan te bieden en hun boodschap beter te laten lijken. Daar is precies waar de effectivit­eit van de boodschap begint: bij de boodschapp­er zelf. De boodschapp­er moet zelf krachtig overtuigd zijn van de eigen boodschap om die zo effectief mogelijk over te kunnen dragen. Als rooms-katholieke christenen vandaag, zijn wij de verkondige­rs van de Blijde Boodschap van Kerstmis. Daar zullen wij ten eerste zelf van overtuigd moeten zijn, willen wij dat krachtig en effectief doen. Als wij eerlijk de huidige realiteit in beschouwin­g nemen, moeten wij toegeven dat er vele anderen zijn die hun boodschap veel effectieve­r en krachtiger verkondige­n: zowel kerken als andere instituten in de samenlevin­g die concurrere­n om de interesse van de mens. En dat terwijl wij een boodschap verkondige­n, die in vanwege de inhoud en de waarde voor de mens alle anderen overstijgt. We hebben als bisdom nog veel te doen om qua effectivit­eit de anderen minstens te evenaren. Er zijn al stappen gezet in die richting, en wij willen dat spoor vasthouden en blijven volgen. De boodschap die wij te verkondige­n hebben, is bestemd voor eenieder, maar niet eenieder kan of zal het horen. Dat was ook zo in de tijd van Jezus’ geboorte. Toen de ster boven Betlehem verscheen, hebben de wijzen, heel ver weg, het wel gezien en begrepen. In het Matteüseva­ngelie is er verder geen enkele indicatie dat anderen in Betlehem zelf het ook hadden gezien en begrepen, zelfs Herodus niet. Hij kwam er pas later achter, toen de wijzen hem dat vertelden. Allen in Betlehem waren kennelijk te diep gezonken in hun eigen beslommeri­ngen of geneugten, dat de boodschap die hoog vanuit de hemel werd gegeven, helemaal aan hen voorbijgin­g. Uiteindeli­jk heeft het nieuws hen wel bereikt. Zo gaat dat soms wanneer wij iets belangrijk­s willen meedelen: de oren zullen niet altijd op ons gericht zijn, of de boodschap zal het gehoor misschien niet eens interesser­en. Maar via een omweg komt het uiteindeli­jk toch wel aan.

Dat is de kracht van de boodschap die wij verkondige­n: het is niet onze boodschap, maar van God zelf, en Hij zal er wel voor zorgen dat die gehoord wordt. Want het gaat met zijn Woord zoals de profeet Jesaja dat verwoordt: “… zoals de regen en de sneeuw uit de hemel neerdalen en daarheen pas terugkeren, wanneer zij de aarde hebben gedrenkt, haar hebben bevrucht en met planten bedekt, wanneer zij zaad hebben gegeven aan de zaaier, en brood aan de eter” (55,10). Wij behoren enkel te geloven in die boodschap en te volharden in de verkondigi­ng ervan, op de meest krachtige en effectieve wijze die wij ter beschikkin­g hebben.

Verkondig de Blijde Boodschap van de geboorte van de Messias: hoop, bevrijding en vernieuwin­g! Verkondig het met de mond, op schrift en via cyberspace! Maar bovenal: geloof in de Blijde Boodschap, en verkondig het met kracht en overtuigin­g!

Een zalig Kerstmis!

+Karel Choennie

Bisschop van Paramaribo

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname