Times of Suriname

+RQGHQOHYHQ

-

Mijn baasje is Sofie en ze is heel lief voor mij. Ik word heel goed verwend en dat vind ik leuk. Ook voel ik me helemaal thuis daar bij Sofie. Ik heb daar drie vriendjes, de poezen van Sofie en natuurlijk de hond van onze bu ren. Zo verveel ik me nooit met al die vrien den. Af en toe komt er een vriendin vanuit de buurt spelen bij Sofie, die heet Chadia, zij is heel tof. Ze speelt altijd met mij en het is alsof zij en Sofie mij verstaan. Ze weten altijd wat ik wil. Gek hé? We gaan veel wandelen want dat is super tof!

Maar Sofie vindt het jammer dat ik niet kan praten, maar daar kan zij niets aan doen na tuurlijk. Als ik kon praten, kon iedereen mij goed verstaan. En ik maar denken? Oké, hij gaf toe, praten kon hij niet, maar denken al te best. Wat was het instinct dan? Dat hij bij het horen van ‘poot’ een pootje optilde? Maar dat kon Shelsy tegen niemand zeggen. ‘s Avonds kwam de baas thuis. En zoals verwacht, kreeg Shelsy een standje, maar het viel hem nog mee. Het baasje zei alleen dat Shelsy hem tegenviel en bromde nog wat. Maar Shelsy merkte meteen dat hij wel iets anders aan zij hoofd had. En inderdaad, tijdens het eten ver telde de baas tegen het vrouwtje dat er een logé zou komen. Haar ouders hadden een on geluk gehad en lagen in het ziekenhuis.

Het meisje kwam dezelfde dag nog, net na het eten. Shelsy had net zijn bak leeg toen het meisje de keuken in kwam. Ze was ver rukt toen ze Shelsy zag en bleef bij hem tot ze naar bed moest. Shelsy schatte haar 11 jaar en de volgende dag vertelde ze hem dat ze inderdaad 11 was. Ook zei ze dat ze nog vier dagen bleef en daarna naar een tante zou gaan. Shelsy nam zich voor deze dagen extra te genieten, want dit meisje was anders dan de mensen die hij gewend was. Zij begreep Shelsy en praatte veel met hem. Blijkbaar wist ze dat hij kon denken. Zij wist meer van honden dan zijn baas en vrouwtje bij elkaar. Hij voelde dat zij hem begreep. Zij wist dat hij geen stoere hond was, maar een hond die ook bang, verdrietig, eenzaam, blij, tevreden, boos, lief, stout en ongelukkig kon zijn, net als mensen.

Het meisje leerde hem een rijmpje en hij ont hield het. Zelf verzonnen, zei het meisje en dat geloofde Shelsy, want wie anders kon zo iets verzinnen? Het ging zo: Ik weet, jij kon niets zeggen, maar mij hoef je niets uit te leg gen. Tot de man en zijn vrouw thuis kwamen bleef het meisje bij Shelsy. Bang ging hij zit ten en trots keek zijn vrouwtje naar de man. Shelsy, af! Alsof hij zo’n hondje zou aanval len. De man passeerde. Liggend in de mand begreep Shelsy alles opeens. Het vrouwtje wilde met hem pronken en hem behandelen als een woeste hond die goed luisterde. Dat een hond ook gevoel had, was bij de men sen een ondenkbaar iets. Zijn naam alleen al: Shelsy. Echt een naam voor een grote hond. Voor een stoere hond. Een woeste hond. Niets voor hem. Waarom noemen ze mij Shelsy en niet Hector of zo. Jammer dat mijn baasje mij niet verstaat, maar het meisje wel. Waarom vraag ik niet gewoon aan het meisje dat zij te gen mijn baasje zegt dat ik kan denken. Maar dat gaat niet gebeuren, want het duurt waar schijnlijk nog even voor ze terugkeert.

 ??  ?? (Michelle Ponit)
(Michelle Ponit)

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname