Zimbabwaanse familie na drie maanden eindelijk weg van vliegveld
ZIMBABWE - Een Zimbabwaanse familie heeft meer dan drie maanden op het vliegveld van de Thaise hoofdstad Bangkok geleefd. Het gezin durfde na de staatsgreep niet terug naar zijn thuisland, maar had ook geen geldig visum om verder te reizen. Het gezin is nu richting de Filipijnen vertrokken. Met vier volwassenen en vier kinderen onder de elf bivakkeerde de familie op het Suvarnabhumi-vliegveld tussen de toeristen en luchtvaartmedewerkers. Het gezin was al sinds mei 2017 in Thailand en probeerde in oktober naar Spanje te reizen. Omdat het daar niet de juiste visa voor had, moest het gedwongen in Bangkok blijven. Tegelijkertijd verstreken de toeristenvisa en er moest boete betaald worden. De enige weg was nu nog terug naar Zimbabwe, maar dat wilde de familie niet, omdat ze bang was voor vervolging. De asielaanvraag bij de Verenigde Naties werd afgewacht op de luchthaven. De opmerkelijke situatie kwam pas aan het licht toen een medewerker van het vliegveld in december een selfie maakte met een van de kinderen van het gezin. Hij schreef op sociale media over de toestand waar het Zimbabwaanse gezin in was geraakt door de ‘onstabiele thuissituatie’. Ook de Verenigde Naties kon niet veel doen. In Thailand bestaat er geen officiële asielprocedure. Er werden wel mogelijkheden onderzocht, zoals die van een reis naar de Filipijnen waar wel een VNvluchtelingenkamp is. De Zimbabwaanse familieleden vlogen daar maandag naartoe, alhoewel niet duidelijk is, volgens verantwoordelijke Cherngron Rimphadee van de Thaise immigratiedienst, of dit het eindstation is voor het gezin. (AD)