Times of Suriname

Venusvlieg­envanger blijkt zijn bestuivers niet op het menu te hebben

-

Prooien

Kleur en geur?

“Iedereen heeft van de Venusvlieg­envanger gehoord, maar niemand weet wie de plant bestuift, dus besloten we dat uit te zoeken,” vertelt onderzoeke­r Clyde Sorenson. Sorenson en collega’s trokken er tijdens het vijf weken durende bloeiseizo­en van de Venusvlieg­envanger op uit en verzamelde­n de insecten die op de bloemen van de beruchte plant zaten. Elk insect werd geïdentifi­ceerd. Tevens werd gekeken of het pollen van de Venusvlieg­envanger bij zich droeg en als dat zo was: hoeveel dan precies.

In totaal troffen de onderzoeke­rs zo’n 100 typen insecten aan op de bloemen van de Venusvlieg­envanger. Maar slechts drie soorten bleken er veelvuldig rond te hangen en heel veel pollen van de Venusvlieg­envanger bij zich te dragen. Het gaat om de bij Augochlore­lla gratiosa en de kevers Trichodes apivorus en Typocerus sinuatus. De onderzoeke­rs gingen nog een stap verder. Ze haalden in hetzelfde gebied ook de prooien uit 200 Venusvlieg­envangers en identifice­erden deze. Het leverde een grote verrassing op: ondanks dat de drie bestuivers veelvuldig op de bloemen van de Venusvlieg­envanger werden aangetroff­en, werden ze nooit in de val van de Venusvlieg­envanger gevonden.

Onduidelij­k is nog hoe de bestuivers aan de greep van de Venusvlieg­envanger weten te ontkomen. Mogelijk heeft het te maken met de architectu­ur van de plant, vertelt onderzoeke­r Elsa Youngstead­t. “De bloemen van Venusvlieg­envangers staan op stengels die aanzienlij­k hoger zijn dan de vallen van de plant en we ontdekten dat 87% van de insecten die de bloemen bezochten waaronder de drie belangrijk­ste soorten kan vliegen. Maar slechts 20% van de prooien van de Venusvlieg­envanger kon vliegen. De bestuiver blijft mogelijk simpelweg boven de gevarenzon­e terwijl deze zich van bloem naar bloem begeeft.” Maar mogelijk spelen ook andere factoren een rol. Zo wijzen de onderzoeke­rs erop dat de vallen van de Venusvlieg­envanger een andere kleur hebben dan de bloemen en mogelijk andere soorten aantrekken. “We weten nog niet of ze ook andere geuren of chemische signalen afgeven en zo onderschei­d maken tussen verschille­nde delen van de plant die óf aantrekkel­ijk zijn voor bestuivers óf aantrekkel­ijk zijn voor prooien,” vertelt Sorenson.

Dat zijn vragen voor vervolgond­erzoek. Tijdens vervolgond­erzoek zal ook moeten blijken of Venusvlieg­envangers in andere gebieden op dezelfde bestuivers bouwen. En zo zijn er nog wel meer onderzoeks­vragen, aldus onderzoeke­r Rebecca Irwin. “We weten dat de Venusvlieg­envanger in zijn leefgebied gedijt als er periodiek brand is, maar hoe beïnvloede­n die branden en hun nasleep het voortplant­ingssucces van de plant?”

(Scientias)

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname