13 februari: Wereld Radio Dag
Unesco heeft 13 februari uitgeroepen tot Wereld Radio Dag; een dag om even stil te staan bij het medium radio. In 2018 wordt deze dag voor de zesde keer herdacht. De doelstelling van deze dag is het stimuleren van de internationale samenwerking tussen zenders, het promoten van de toegang tot radio-informatie en het waarborgen van de persvrijheid van zenders. Volgens Unesco bereikt radio ongeveer 95% van de wereldbevolking. Zelfs in ontwikkelingslanden heeft 75% van de huishoudens toegang tot radio. Er wordt geschat dat er 44.000 radiozenders wereldwijd zijn. Op 13 februari 1946 begon de radio van de Verenigde Naties met uitzenden vanuit het hoofdkwartier in New York.
Terwijl we het altijd maar hebben over internet en social media en dat zij de nieuwe media vormen, vergeten we dat er daardoor ook vormen van massamedia uitsterven. Zoals de krant. Dat lazen we vroeger om te weten wat er gisteren gebeurde. En televisie. Dat is eigenlijk net als YouTube kijken, maar dan zonder zelf te kunnen kiezen wat er daarna komt. Maar het alleroudste medium moet toch wel de ‘radio’ zijn. Dat gebruikte men vroeger om te communiceren met elkaar. Radiotechniek is een vorm van draadloze telecommunicatie, waarbij een radiozender signalen verspreidt in de vorm van radiogolven. Het signaal wordt ontvangen met een radiotoestel. In het begin werd radio alleen gebruikt als middel om morsesignalen uit te zenden. Door de uitvinding van de elektronenbuis in 1906 werd het mogelijk werkelijke geluiden uit te zenden. Berichten konden nu rechtstreeks ingesproken worden en hoefden niet meer in morsecode vertaald te worden. Na de ontwikkeling van de transistor in 1947 werd het mogelijk veel kleinere ontvangers te bouwen, die tevens minder energie nodig hebben om te kunnen werken. Door de ontwikkeling van de luchtvaart kwam rond de Eerste Wereldoorlog het radioverkeer tussen vliegtuigen en grondstations in gebruik. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden voor militaire doeleinden steeds meer toepassingen met radiosignalen ontwikkeld en in gebruik genomen, zoals radar, radionavigatie, bakenzenders en tijdzenders.
De eerste manier om geluidsoverdracht te realiseren, was door de amplitude van de draaggolf te laten variëren, evenredig met de amplitude van het over te dragen geluidssignaal. Deze modulatievorm heet amplitudemodulatie, kortweg AM. Edwin Armstrong ontdekte een andere manier om de draaggolf te moduleren: door niet de amplitude, maar de frequentie van de draaggolf met de amplitude van het signaal te variëren, ontstaat frequentiemodulatie (FM). FM is veel minder gevoelig voor storingen dan AM en FMuitzendingen leveren HiFigeluid. Sinds de opkomst van het internet is de digitale radio zich gaan ontwikkelen tot een volwaardige opvolger van het origineel. Via internet is het mogelijk naar internetradio te luisteren. Daarbij wordt niet van radiogolven gebruikgemaakt, maar van de internetverbindingen tussen de computers, die digitale gegevens naar elkaar sturen. Deze verbindingen tussen computers op internet kunnen echter (deels) draadloos zijn, en dus wel radiogolven gebruiken.
(fijnedag.nl)