DR Congo komt dicht bij “humanitaire ramp van uitzonderlijke omvang”
Het zuidoosten Democratische van de Republiek Congo staat dicht bij “humanitaire ramp van een uitzonderlijke omvang,” zegt de vertegenwoordiger van de UNHRC, de VN-Raad voor vluchtelingen.
Het geweld in de zuidoostelijke provincie Tanganyika breidt zich uit. Partnerorganisaties van de UNHRC (UN Human Rights Council) registreerden 800 incidenten in de eerste helft van februari alleen al. “Mensen die voor hun leven vluchten in de buurt van de provinciehoofdstad Kalemie vertellen verhalen over verschrikkelijk geweld tijdens aanvallen op hun dorpen, met onder meer moorden, ontvoeringen en verkrachtingen,” zegt UNHRC-woordvoerder Andrej Mahecic.
“In verschillende gebieden in de provincie vinden gruweldaden plaats en gaan mensen massaal op de vlucht, een gevolg van diepgewortelde conflicten tussen de Twa, de Luba en andere etnische groepen. Bovendien duren de hevige botsingen tussen het Congolese leger en milities die eind januari begonnen, nog altijd voort en dreigen nieuwe gewapende groepen met nog meer vernielingen in de provincie.” In de provincie Tanganyika wonen drie miljoen mensen. Ondertussen zijn meer dan 630.000 mensen op de vlucht, bijna dubbel zoveel als eind 2016.
Veel vluchtelingen kunnen amper worden geholpen aangezien de UNHRC in 2017 minder dan 1 dollar per persoon donorgeld ontving voor het verhelpen van de situatie in Congo. “In Kalemie hebben duizenden gezinnen geen plastic zeilen om zich te beschermen tegen de regen. De mensen lijden vaak honger en krijgen geen medische hulp. Alleenstaande vrouwen en weduwen zonder geschikte schuilplaats lopen nog meer risico op seksueel misbruik en geweld in de vluchtelingenzones.”
In 2017 kwamen er bij UNHCR-partners meer dan 12.000 berichten binnen over schendingen van de mensenrechten in Tanganyika en in de streek rond de stad Pweto in de provincie Katanga. De organisatie vreest dat er nog veel meer slachtoffers zijn aangezien het in veel gebieden nog te gevaarlijk was om ter plaatse te gaan.
De meeste incidenten betroffen schendingen van eigendomsrechten zoals afpersing, plundering en vernieling. Ongeveer 4700 incidenten hadden te maken met fysiek misbruik, foltering, moord, willekeurige arrestatie, gedwongen arbeid, verkrachting en gedwongen huwelijk. De UNHCR is bijzonder bezorgd over het seksueel geweld. Daarvan werden 523 gevallen geregistreerd, in bijna de helft van de gevallen waren de slachtoffers kinderen. In november 2017 luidden de VN al de alarmklok over Congo. Ze noemden Congo toen een humanitaire noodsituatie van niveau 3, de hoogst mogelijke classificatie, vergelijkbaar met Irak, Syrië en Jemen.
(De Wereld Morgen)