Douaneambtenaar in 395 kilo drugszaak blijft in voorarrest
PARAMARIBO - Rechter Siegline Wijnhard wees donderdag het verzoek van raadslieden Chandra Algoe en Benito Pick om douaneambtenaar Martin H, die verdacht wordt van voorbereidingshandelingen bij de uitvoer van 395 kilo cocaïne, voorlopig in vrijheid te stellen, af. Samen met Martin H zat inklaarder Raoul N, die verdacht wordt van valsheid in geschrifte, in de beklaagdenbank.
Wijnhard vindt dat Martin H een aantal tegenstrijdige verklaringen aflegde. Volgens haar staan de ernstige bezwaren nog overeind. Zij zegt dat de man informeerde naar wanneer de container die ingevoerd was, kon worden uitgevoerd. Raadsvrouw Algoe betoogt dat Martin H slechts ging over de invoer van de container. De douaneambtenaar was benaderd door een neef van ene Boyke die hem hulp vroeg bij het inklaren van de container. Hij ontving via een loper van de persoon de stukken die hij aan medewerkers van Raoul N gaf. Daarna vroeg Martin H wanneer de container kon teruggaan. Algoe zegt dat haar cliënt deze informatie niet gaf aan de belanghebbende, omdat die geen contact meer met de douaneambtenaar opnam. Zij merkt op dat de gehele tenlastelegging gaat over de invoer. Bovendien is volgens haar uit niets een opzethandeling van Martin H te merken. Pick zegt dat 90% van de gestelde vragen gaat over de inklaring van de container. Hij zegt dat bij de invoer de container grondig werd onderzocht, maar er zaten geen verboden spullen in. De officier van justitie vindt dat Martin H voor de inklaring een verzoek kreeg van iemand van wie hij de naam niet kent. Volgens haar gaat het om voorbereidingshandelingen die zijn gepleegd, zodat de container naar het buitenland kon gaan. Anders dan de officier vindt advocaat Algoe dat de twintig dienstjaren van Martin H niets te maken hebben met deze zaak. Raoul N zegt dat Martin H hem belde over een inklaring. Hij stuurde zijn loper om de stukken op te halen. De container was ingevoerd op naam van een naamloze vennootschap. Martin H zegt dat hij niets te maken had met de cocaïne en de uitvoer van de container. Het klopt volgens hem niet dat hij Raoul N belde om hem te vragen zijn naam niet te noemen als betrokkene bij de inklaring. Hij denkt dat Raoul N, die juridische bijstand krijgt van raadsman Arjan Ramlakhan, een dergelijke verklaring heeft afgelegd om zichzelf uit de zaak te krijgen. Volgens hem komt het in de praktijk voor dat je belanghebbenden van containers niet kent. Op 5 april wordt de behandeling van deze zaak voortgezet. WJ