DNA maakt zich zorgen over kleinschalige goudsector
PARAMARIBO - Het Minamataverdrag betreffende de indamming van kwikgebruik draagt een gevoelige politieke verantwoordelijkheid. Vanwege de enorme omvang van de kleinschalige goudsector is het volgens diverse parlementariërs de vraag of Suriname het verdrag zoals dat voorgelegd wordt, moet ratificeren. Indien dit gebeurt, zal er al vanaf dat moment sprake zijn van schending. Maar het verdrag biedt ook ruimte om gefaseerd de kleinschalige goudsector en het kwikgebruik in te dammen. Deze discussies worden vandaag voortgezet in De Nationale Assemblee (DNA).
Volgens André Misiekaba (NDP), voorzitter van de Commissie van Rapporteurs, zal Suriname gebruik moeten maken van deze clausule. Volgens het Minamataverdrag moeten aangesloten landen een ‘beperkte kleinschalige goudsector’ hebben, maar dit gaat niet op bij Suriname. Naar schatting verdienen ruim veertigduizend mensen hun brood in deze sector en dit is gelijk aan zeker 7 procent van de Surinaamse bevolking. Volgens Misiekaba kan dan niet gesproken worden van een ‘kleine sector’. Hij vraagt zich af wat voor impact het verdrag kan hebben op de inkomsten van deze enorme groep mensen. Minister Regillio Dodson zal vandaag tijdens de beantwoordingronde, ook de zienswijze van de regering moeten geven op gebruikmaking van de ruimte die het verdrag biedt. “Gelet op de economische waarde en sociaal-maatschappelijke spin-off van de small scale gold mining, roep ik de regering op om alle ruimte die het verdrag biedt, te gebruiken om in nauwe samenspraak met alle stakeholders te komen tot een goede afbouwregeling van het gebruik van kwik in ons land.” De gevolgen van het verdrag voor Suriname worden nog ingewikkelder met de kanttekeningen die geplaatst zijn door Riad Nurmohamed (VHP). Hij heeft de regering concrete vragen over de kleinschalige goudsector en het kwikgebruik doen toekomen. Nurmohamed vraagt zich af hoeveel van de meer dan dertigduizend goudzoekers een legale status hebben en wat deze sector de staatskas oplevert. Volgens beleidscijfers van de regering heeft de kleinschalige goudsector in 2016 minimaal 10 duizend kilogram opgeleverd. Dit is gelijk aan een omzet van USD 400 miljoen. “Het is veel meer dan dat”, zegt Nurmohamed. De Staat heeft daarvan slechts USD 18 miljoen teruggezien. De afgelopen vijftien jaar is volgens zijn schatting ook USD 38 miljoen aan kwik illegaal het land binnengekomen. Hij vraagt zich af of de Staat van plan is om alsnog belastinggelden te innen over deze periode. Ook het vraagstuk met betrekking tot goudverwerkingsbedrijven in woonwijken houdt Nurmohamed bezig. “Is het al bewezen dat zij geen kwik meer uitstoten?”
BC