Times of Suriname

De drie kleine biggetjes

-

Lang geleden was er een oude zeug en die had drie biggetjes. Omdat ze niet genoeg had om hen te eten te geven, stuurde ze hen de wereld in om hun geluk te zoeken.

De eerste die wegging, ontmoette een man met een bos stro en zei tegen hem: “Alsjeblief­t meneer, geef mij dat stro om er een huisje van te bouwen.” Dat deed de man en het varkentje bouwde er een huisje van.

Niet lang daarna kwam er een wolf aanlopen die aan de deur klopte en zei: “Varkentje, varkentje, laat mij erin.” Waarop het varkentje antwoordde: “Nee, daarin heb ik geen zin, je komt er niet in!” De wolf antwoordde daarop: “Dan blaas ik maar en dan proest ik maar, en zo blaas ik je huisje uit elkaar.” En toen blies en proestte hij, blies het huisje uit elkaar en at het kleine varkentje op.

Het tweede varkentje kwam een man met een bos takken tegen en zei: “Alsjeblief­t man, geef me die takken om er een huisje van te bouwen.” Dat deed de man en het varkentje bouwde zijn huisje. Toen kwam de wolf eraan, die zei: “Varkentje, varkentje, laat mij erin.” “Nee, daarin heb ik geen zin, je komt er niet in.”

“Dan blaas ik maar en dan proest ik maar, en zo blaas ik je huisje uit elkaar”, antwoordde de wolf ook deze keer. En toen blies en proestte de wolf, en hij proestte en hij blies, en tenslotte blies hij het huisje omver en at het varkentje op.

Het derde varkentje kwam een man tegen met een vracht stenen en zei: “Alsjeblief­t man, geef mij die stenen om er een huisje van te bouwen.” De man gaf hem de stenen en het varkentje bouwde er zijn huisje mee. Toen kwam, net als bij de andere varkentjes, de wolf, die zei: “Varkentje, varkentje, laat mij erin.”

“Nee, daarin heb ik geen zin, je komt er niet in.”

“Dan blaas ik maar en dan proest ik maar, en zo blaas ik je huisje uit elkaar.”

En de wolf blies en proestte, en blies en proestte, en hij proestte nog eens, maar hij kon het huisje niet omver krijgen. Toen hij merkte dat hij met al zijn blazen en proesten het huisje niet omver kon blazen, zei hij: “Varkentje, ik ken een mooi veldje met knollen.” “Waar?” vroeg het varkentje.

“In het grote park,” antwoordde de wolf, “en als je wilt, haal ik je morgen om vijf uur op om wat appels te gaan halen.”

Het kleine varkentje nu repte zich de volgende morgen om vier uur het huis uit en hoopte terug te zijn voordat de wolf kwam. Maar hij moest nu verder lopen en ook nog in de boom klimmen. Zo kwam het dat hij de wolf aan zag komen toen hij net bezig was naar beneden te klimmen. En je kunt je voorstelle­n dat hij erg bang werd. Toen de wolf eraan kwam, zei hij: “Hé, varkentje, was je hier al vóór mij? En zijn het lekkere appeltjes?”

“Ja, erg lekker”, zei het varkentje. “Ik zal er eentje omlaag gooien.” En hij gooide hem zover weg dat, toen de wolf weg was om hem op te halen, het varkentje naar beneden sprong en hard naar huis liep.

De volgende dag kwam de wolf weer en zei tegen het varkentje: “Vanmiddag is er markt in de stad. Ga je mee ernaar toe?” “O ja,” zei het varkentje, “ik ga mee. Hoe laat sta jij klaar?”

“Om drie uur,” zei de wolf.

Het varkentje ging zoals gewoonlijk eerder weg en kwam op de markt aan. Hij kocht een regenton, waarmee hij op weg naar huis was toen hij de wolf zag aankomen. Toen wist hij niet meer wat hij moest doen. Hij kroop in de regenton om zich te verbergen, maar toen begon de ton rond te draaien en rolde de heuvel af met het varkentje erin. Hierdoor werd de wolf zó bang, dat hij naar huis holde zonder naar de markt te gaan. Hij ging naar het huis van het varkentje en vertelde hem, hoe bang hij was geweest voor een groot rond ding dat langs hem heen de heuvel was afgerold.

Toen zei het varkentje: “Ha, ha, ik heb je bang gemaakt! Ik ben naar de markt geweest en heb daar een regenton gekocht, en toen ik jou zag, ben ik erin gekropen en ermee de heuvel afgerold.”

Toen werd de wolf toch zó vreselijk boos! Hij zei dat hij het varkentje op zou eten en door de schoorstee­n zou komen om hem te pakken. Toen het varkentje begreep wat de wolf van plan was, hing hij een pot vol water op en stak er een groot vuur onder aan. En net toen de wolf door de schoorstee­n kwam, nam hij het deksel van de pot en de wolf viel erin. Toen deed het varkentje gelijk het deksel er weer op, kookte de wolf en at hem op als avondeten. En hij leefde nog lang en gelukkig in zijn stenen huisje.

(Bron: Volksverha­len Almanak)

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname