KAMER WIL AF VAN VERBOD OP MAJESTEITSSCHENNIS
AMSTERDAM - De Tweede Kamer debatteert vandaag over het schrappen van het verbod op majesteitsschennis. De coalitie is verdeeld, maar toch lijkt een Kamermeerderheid zich achter een initiatiefwetsvoorstel te scharen om belediging van de koning niet langer extra zwaar te bestraffen. Verslaggever Peter Winterman volgt het debat en twittert live mee.
Hoewel het niet vaak gebeurt, wordt het wetsartikel tegen majesteitsschennis sporadisch nog van stal gehaald. Zo werd in 2016 een 44-jarige man uit Kampen veroordeeld tot dertig dagen cel omdat hij de koning op Facebook had uitgemaakt voor moordenaar, verkrachter en dief. De maximale straf voor belediging is drie maanden cel, voor majesteitsschennis is dat vijf jaar. D66-Kamerlid Kees Verhoeven, indiener van het voorstel, wilde in eerste instantie het beledigen van de koning gelijkstellen aan dat van een burger, maar dat vinden VVD en oppositiepartij PvdA te ver gaan. Zij willen extra bescherming voor de koning, net zoals ambtenaren in functie als politieagenten en ambulancepersoneel. Verhoeven heeft daar mee ingestemd. VVD-Kamerlid Koopmans: ,,We kunnen moeilijk van de koning verwachten dat hij zelf op de fiets naar het bureau gaat om aangifte te doen. Hij verdient extra bescherming. Zoals alle mensen die zich inzetten voor de publieke zaak, zoals agenten of burgemeesters.’’
Niet alle partijen denken er zo over. Regeringspartners CDA en ChristenUnie zijn tegenstander van het schrappen van het wetsartikel. Zij vinden dat het staatshoofd extra bescherming verdient, omdat hij zichzelf niet kan verdedigen in het publieke debat. Verhoeven noemt dat onzin. ,,De koning kan ook een civiele procedure opstarten tegen mensen die hem iets aandoen. Bovendien kun je ook andersom redeneren: nu gebeurt het misschien wel dat het OM iemand vervolgt terwijl de koning denkt: ‘laat toch gaan’. Alleen kan hij zich daar niet over uitspreken.’’ Voorstanders van het schrappen van het verbod op majesteitsschennis (behalve D66 ook VVD, GroenLinks, SP en PvdA) vinden het wetsartikel ook een te grote inbreuk op de vrijheid van meningsuiting. Mensen moeten kritiek kunnen hebben op de monarchie zonder dat ze bang hoeven te zijn voor vervolging. (AD)