Gevaarlijk terrein: Landdegradatie verandert akkers in woestijn
De degradatie van grond leidt tot een ernstige verstoring van het ecosysteem en zal onder meer gedwongen migratie en conflict om land doen toenemen, schrijft Abbas El-Zein, professor ingenieurswetenschappen aan de Universiteit van Sydney. “Denk niet dat bodemdegradatie louter voor ontwikkelingslanden een probleem vormt,” waarschuwt hij.
Als iemand er nog aan twijfelde of we nu echt op een ecologische crisis afstevenen, kreeg die er met het recentste rapport over landdegradatie van het Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten (IPBES) heel wat overduidelijk bewijs bij. Landdegradatie kan vele vormen aannemen, maar komt er eigenlijk altijd op neer dat er sprake is van een ernstige verstoring van een gezond evenwicht tussen vijf belangrijke ecosysteemfuncties. Deze zijn: voedselproductie, de voorraad aan vezels, microklimaatregeling, watervoorziening en opslag van CO2.
De effecten kunnen ingrijpend zijn: verlies van vruchtbaarheid van de bodem, vernietiging van de habitat van soorten en verlies van biodiversiteit, bodemerosie en de overmatige afvloeiing van nutriënten in meren.
Landdegradatie heeft ook ernstige domino-effecten voor de mens want het leidt uiteindelijk tot ondervoeding, ziekte, gedwongen migratie, culturele schade en zelfs oorlog.
In het ergste geval kan bodemdegradatie resulteren in verwoestijning en het onbruikbaar worden van land. Langdurige droogte en het verlies van vruchtbaar land hebben mogelijk bijgedragen aan de oorlogen in Soedan en Syrië.
Volgens het nieuwe rapport leeft 43 procent van de wereldbevolking in regio’s die zijn aangetast door bodemdegradatie. Tegen 2050 zouden 4 miljard mensen in “drylands” leven. Dit soort gebied wordt door de Verenigde Naties gedefinieerd als land met een “droogtegraad” van minder dan 0,65. Dat betekent dat de hoeveelheid verloren water veel groter is dan de hoeveelheid neerslag. Dergelijke gebieden zijn zeer kwetsbaar voor voedselen wateronzekerheid, vooral in Afrika ten Zuiden van de Sahara en het Midden-Oosten. Het zou verkeerd zijn om te concluderen dat bodemdegradatie louter voor ontwikkelingslanden een probleem is. Over het algemeen geldt zelfs dat land meer aangetast is in de ontwikkelde wereld – zoals bijvoorbeeld wordt aangetoond door grotere terugval van het organische koolstofgehalte in de bodem, een maatstaf voor de gezondheid van de ondergrond. In rijkere landen is het tempo van de degradatie echter vertraagd en de mensen in deze regio’s zijn over het algemeen ook minder kwetsbaar voor de effecten ervan.
Het is in Afrika ten Zuiden van de Sahara, Azië en Zuiden Midden-Amerika dat het probleem het grootst is. Maar toch kan de klimaatverandering de kwaliteit van het land naar beneden halen, met name daar waar droogte en bosbranden steeds vaker voorkomen, en dat is zelfs op welvarende plaatsen zoals Californië en Australië. Een afname van de globale beschikbaarheid van landbouwgrond zal wereldwijd de voedselprijzen beïnvloeden. Volgens het rapport zal de mens tegen 2050 bijna elk plekje van de planeet hebben getransformeerd, afgezien van onbewoonbare gebieden zoals woestijnen, bergen, toendra en polaire gebieden.
Misschien wel het meest huiveringwekkend, voorspelt het rapport dat de gecombineerde gevolgen van bodemaantasting en klimaatverandering tegen 2050 tussen 50 miljoen en 700 miljoen mensen zullen hebben verplaatst. De kans is groot dat dit zal leiden tot conflicten over land.
Een deel van deze migratie zal onvermijdelijk over de internationale grenzen heen gaan. Niet alleen voor de migranten zullen de gevolgen groot zijn. De situatie zal verkiezingsuitkomsten, grenscontroles en socialezekerheidsstelsels over de hele wereld beïnvloeden en bepalen. De twee meest directe oorzaken van landdegradatie zijn de omzetting van inheemse vegetatie in landbouwgrond en weideland, en niet-duurzame manieren om land te beheren. Andere factoren zijn de effecten van de klimaatverandering en het verlies van land door de verstedelijking, infrastructuur en mijnbouw. De onderliggende drijfveer voor al deze veranderingen is echter vooral de groeiende bevolking en stijgende vraag per persoon naar eiwitten, vezels en energie. Dit leidt tot meer vraag naar land en de verdere aantasting van gebieden met zwakke ondergronden.
Gelukkig zijn er in de geschiedenis een aantal positieve verhalen te vinden die aantonen dat goed landbeheer loont: boslandbouw, duurzame vormen van landbouw en van waterbeheer. Een vaak voorkomend kenmerk van verschillende van deze succesverhalen is de grote betrokkenheid van inheemse bevolkingsgroepen en lokale boeren.
Toch is er ook goed nieuws. De auteurs van het rapport benadrukken immers dat een groot aantal van de bestaande multilaterale overeenkomsten, waaronder de verdragen inzake woestijnvorming, klimaatverandering, biodiversiteit en het beheer van drasland een sterk platform bieden voor de bestrijding van bodemdegradatie.
Of de overeenkomsten succesvol zullen zijn in het overwinnen van de bovengenoemde obstakels, zal nog moeten blijken.
Wat kunnen we doen als burgers, en dan vooral zij die in de steden wonen en weinig rechtstreekse betrokkenheid voelen met akkers en velden? Minder vlees eten helpt enorm. Meer algemeen zouden we ons beter kunnen informeren over de bronnen en de impact van het voedsel dat we kopen, inclusief de verpakking ervan, en de brandstof die nodig was voor productie en transport. Maar het probleem gaat natuurlijk niet alleen over individuele keuzes, hoe belangrijk deze ook zijn.
(DeWereldMorgen)
Mugabe wordt ervan beschuldigd opdracht te hebben gegeven tot de campagne tegen burgers, die door sommigen genocide wordt genoemd. Mugabe noemde het eerder “een moment van waanzin” en weigerde excuses aan te bieden.
Toen Mnangagwa nog onder Mugabe diende, riep hij de woede van overlevenden en familieleden van de slachtoffers op toen hij verzoeken om een waarheids- en verzoeningscommissie op te richten, afwees. Hij stelde dat het niet nodig was om oud zeer op te rakelen. De commissie zou moeten werken op de wijze van de Zuid-Afrikaanse Van Mnangagwa verwachten de meeste mensen echter weinig, aangezien hij door velen wordt gezien als “schuldige nummer 1,” volgens Gumbo.
Toen operatie Gukurahundi in de jaren tachtig van start ging, ogenschijnlijk om een opstand van dissidenten in Matabeleland en Midlands in de kiem te smoren, was Mnangagwa minister van Veiligheid. van de Nationale Vredes- en Verzoeningscommissie werkt in het voordeel van de regering,” constateert Ndebele. In januari van dit jaar tekende president Mnangagwa de Vredes- en Verzoeningswet, waarmee een Nationale Vredes- en Verzoeningscommissie (NPRC) een feit werd. Sinds februari houdt de NPRC openbare bijeenkomsten. Activisten willen dat de Gukurahundi-kwestie daar