Raadsman blijft bij beroep op noodweer
PARAMARIBO – Raadsman Irvin Kanhai bleef gisteren erbij dat er sprake is van noodweer in de zaak tegen Choenilal R, die op een ander schoot waardoor die overleed. Volgens hem is een beroep op noodweer gerechtvaardigd en hij vroeg om ontslag van alle rechtsvervolging (ovar).
Kanhai zegt dat het latere slachtoffer ter plaatse ging om zich schuldig te maken aan een strafbaar feit: brandstichting. Het latere slachtoffer ging samen met ene W naar Saramacca voor de brandstichting. De verdachte Choenilal R werd gealarmeerd dat een voertuig voor het perceel dat hij beheerde, geparkeerd stond. Hij ging naar de plaats en zag dat de woning in brand stond. W, die inmiddels is veroordeeld voor brandstichting, wist in het voertuig te vertrekken. Choenilal R trof het slachtoffer op het perceel aan en stond oog in oog in contact met hem. Hij dacht dat de man hem zou aanvallen en schoot met zijn jachtgeweer op hem. Kanhai zegt dat het om zelfverdediging gaat, omdat het een plotselinge wederrechtelijke aanval was. Tegen Choenilal R is zes jaar celstraf geëist. Kanhai zegt dat Choenilal R waarschuwingsschoten loste alvorens hij gericht schoot. Ook zegt hij dat in de tenlastelegging staat dat Kiran Dowling Suzanne is omgekomen, terwijl deze persoon niet bestaat. Volgens hem gaat de vervolgingsambtenaar ervan uit dat Suzanne de familienaam van het slachtoffer is. Dat blijkt volgens hem niet te kloppen; hij merkt op dat de familienaam van het slachtoffer Samanta is. Op 2 juli doet de rechter uitspraak.
WJ