Werelddag van de Persvrijheid
Jaarlijks op 3 mei is de Werelddag van de Persvrijheid of Een dag ingesteld door de Verenigde Naties en Unesco om vermoorde journalisten te herdenken en solidariteit uit te spreken voor journalisten die in de gevangenis verkommeren of op alle mogelijke manieren belemmerd worden in de uitvoering van hun werk.
Maar het is ook een goede gelegenheid om de doelstelling en verdiensten van de vrije pers te promoten en te benadrukken dat een vrije pers vrede en welvaart kan brengen in deze roerige wereld. Persvrijheid is de vrijheid van drukpers, het grondrecht om gevoelens en gedachten openbaar of kenbaar te maken. Een democratische samenleving kan alleen goed functioneren als de persvrijheid als een van de voornaamste voorwaarden goed geregeld is. Beknotting van de persvrijheid kan op vele manieren gebeuren. In veel landen vindt dit plaats door censuur vanuit de overheid waarbij controleurs bij kranten etcetera toestemming moeten geven voordat artikelen geplaatst worden. Dit was bijvoorbeeld het geval in de voormalige Sovjet-Unie waar alle voorgenomen publicaties door de KGB gekeurd moesten worden. Een veel subtielere manier om de persvrijheid te beknotten zoals die nog steeds veel voorkomt, is te zien of de gedrukte media, televisiekanalen etcetera in handen zijn van de overheid. Formeel is er dan geen controle, maar feitelijk wel omdat de hoofdredactie zich altijd zal schikken naar de wensen van de overheid, de geldverstrekker. Ook als er sprake is van belangenverstrengeling tussen overheid of bedrijfsleven enerzijds en media anderzijds kan er sprake zijn van informele inperking van de persvrijheid. Minder subtiele manieren om de persvrijheid te onderdrukken zijn mishandeling, ontvoering, bedreiging of zelfs moord op journalisten of redacteuren die onwelgevallige artikelen schrijven of willen schrijven. De stichting Free Press Unlimited helpt mensen in ontwikkelingslanden om onafhankelijke mediaorganisaties op te zetten. Free Press Unlimited vindt het belangrijk om deze mensen te steunen, omdat zij anders geen eigen stem hebben. Door onafhankelijke mediaorganisaties op te zetten kunnen mensen in ontwikkelingslanden zelf bepalen wat ze uitzenden en zo komt de bevolking te weten wat de overheid niet wil zeggen. Een veel gebruikte methode om de persvrijheid te beknotten is ‘aanspannen van rechtszaken wegens smaad en laster’, wanneer publicaties de overheid onwelgezind zijn. Dit komt nog regelmatig voor in veel landen in de wereld. Een organisatie die waakt over persvrijheid is Verslaggevers Zonder Grenzen. Elk jaar publiceert zij een lijst van landen met de mate van persvrijheid in die landen. Volgens de lijst van 2010 hebben IJsland, Finland, Noorwegen, Nederland en Zweden de meeste persvrijheid. België staat op een gedeelde tiende plaats, samen met Luxemburg en Malta. Volgens de lijst is er in Eritrea de minste persvrijheid, gevolgd door NoordKorea, Turkmenistan en Iran. Opvallend was dat een aantal arme landen (Ghana en Mali) toch betrekkelijk hoog scoorde. Een belangrijke testcase voor de persvrijheid was het proces van Scientology tegen Karin Spaink. Daarbij publiceerde de journaliste Karin Spaink interne documenten van Scientology, werd door de sekte aangeklaagd en ten slotte tot aan de Hoge Raad toe vrijgesproken, wegens het publieke belang dat met de publicatie gemoeid was.
(Bron: Beleven)