Zwitserse natuurgebieden liggen vol microplastics
Op plekken in heel Zwitserland blijkt de bodem vervuild met microplastics. Wetenschappers pleiten voor dringend onderzoek naar de gevolgen voor de voedselveiligheid.
Dat oceanen en meren vervuild zijn met minuscule stukjes plastic is al langer bekend, maar steeds meer wordt duidelijk dat ook de bodem er niet aan ontsnapt. Zelfs in het opgeruimde Zwitserland blijkt de bodem vervuild: wetenschappers van de Universiteit van Bern vonden microplastics in 9 op 10 van de onderzochte bodemstalen, zelfs in die van afgelegen, beschermde natuurgebieden. 53 ton
Op basis van het onderzoek schatten de wetenschappers dat er in de Zwitserse riviervlaktes zo’n 53 ton plastic in de grond zit. Ze publiceerden hun bevindingen in het vakblad Environmental Science and Technology.
De meeste microplastics werden gevonden in bodems waar ook grotere stukken plastic voorkwamen. Daar gaat het dan vooral om stukjes van grotere elementen die desintegreren.
Maar er werden ook microplastics gevonden in bodems zonder grotere stukken. De partikels bleken er veel kleiner (< 0,5 millimeter) en hebben een andere samenstelling. Ze blijken zelfs in de meest afgelegen berggebieden voor te komen, en worden dus waarschijnlijk met de wind vervoerd.
De wetenschappers spreken van alarmerende bevindingen, omdat uit eerder onderzoek bleek dat microplastics bijvoorbeeld aardwormen kunnen schaden en zelfs doden. Zo kunnen ze de kwaliteit van de bodem op termijn aantasten.
Maar de echte effecten van de vervuiling zijn eigenlijk niet bekend, onder meer of het plastic zich een weg kan banen naar de menselijke voeding via gewassen. De wetenschappers pleiten dan ook voor meer onderzoek.
(DeWereldMorgen) Opvallend is de scherpe daling van de Russische militaire uitgaven met 20 procent tot 66,3 miljard dollar, wat vooral een gevolg is van de economische problemen waar het land sinds 2014 mee kampt. Dat gegeven staat in sterk contrast met de cultivering van de perceptie dat Rusland een bedreiging vormt voor de Europese NAVO-lidstaten en de militaire opbouw die sinds 2017 aan de oostgrenzen van het bondgenootschap plaatsvindt. In Centraal-Europa en Oost-Europa stegen de militaire uitgaven met respectievelijk 12 en 1,7 procent. De NAVO hanteert sinds 2014 de norm dat de militaire uitgaven van de lidstaten Een andere regio die te maken krijgt met een nieuwe wapenwedloop is het Midden-Oosten, waar de militaire bestedingen met 6,2 procent toenamen. Vooral in Saoedi-Arabië swingen de militaire uitgaven de pan uit met een stijging van 9,2 procent. Met 69,4 miljard dollar bezet dat land na de VS en China de derde plaats. Saoedi-Arabië is in buurland Jemen in een oorlog verwikkeld en is traditioneel een van de belangrijkste wapenimporteurs uit Europa en de VS. Iran (19 procent) en Irak (22 procent) tekenden ook erg belangrijke verhogingen van de militaire budgetten op. Iran is een belangrijke militaire actor in de Syrische oorlog, Irak voerde hevige strijd tegen de Islamitische Staat.
In 2017 was de ‘militaire last’ (het aandeel van de militaire uitgaven in verhouding met het bruto binnenlandse product, bbp) het hoogst in het Midden-Oosten: 5,2 procent. Zeven van de tien landen met de hoogste ‘militaire last’ komen uit de regio, aangevoerd door Oman (12 procent van het BBP) met verder SaoediArabië (10 procent van het BBP), Koeweit (5,8 procent), Jordanië (4,8 procent), Israël (4,7 procent), Libanon (4,5 procent) en Bahrein (4,1 procent). De Verenigde Staten blijven veruit de belangrijkste militaire Volgens de Globale Campagne over Militaire Uitgaven (GCOMS), een internationaal netwerk van vredesorganisaties, is de wapenproductie een lucratieve sector die mensen doodt, terwijl de aankoop van wapens middelen onttrekt aan uitgaven die broodnodig zijn om menselijke noden te kunnen aanpakken. “De fondsen die nu aan het militaire worden besteed, zijn dringend nodig om de ongelijkheid te verminderen, om de wereldwijde samenwerking te verbeteren, om de energieonrechtvaardigheid aan te pakken, om de drijvende krachten achter de vluchtelingencrisis aan te kunnen, om op de mens georiënteerde reguleringen van de globale markt te kunnen uitvoeren en om een vreedzame wereld uit te bouwen”, zo luidt het in een verklaring van GCOMS. GCOMS roept op tot een reductie van 10 procent op militaire bestedingen bij alle landen en bondgenootschappen. “De mensen moeten hun toekomst in eigen handen nemen.”
(DeWereldMorgen)