Times of Suriname

700.000 jaar oude afgeslacht­e neushoorn ontdekt op de Filippijne­n

-

Tijdens opgravinge­n op het eiland Luzon het grootste meest noordelijk­e eiland dat onderdeel uitmaakt van de Filippijne­n hebben onderzoeke­rs een vrijwel compleet neushoorns­kelet opgegraven. Niet zo bijzonder, zul je denken. Tot je hoort dat het skelet 700.000 jaar oud is en getuigt van een heuse afslachtin­g. Verschille­nde botten zijn bewerkt met een scherp, mes-achtig object. En andere botten zijn duidelijk herhaaldel­ijk met een steen geslagen, mogelijk om het merg eruit te kunnen halen. De opgravinge­n vertellen een duidelijk verhaal: hier leefden mensachtig­e zich meer dan 700.000 jaar geleden al uit!

In de buurt van het skelet hebben onderzoeke­rs bovendien 57 stenen gereedscha­ppen opgegraven. Ze komen uit kleilagen die tussen de 777.000 en 631.000 jaar oud zijn.

Het zijn fantastisc­he vondsten die aanzienlij­k ouder zijn dan de oudste sporen van de mensachtig­e die ons tot voor kort op de Filippijne­n bekend waren. Eerder had men in een nabijgeleg­en grot een klein voetbotje teruggevon­den dat bewees dat mensachtig­e hier 67.000 jaar geleden al rondliepen. Maar de laatste vondst is honderddui­zenden jaren ouder!

Het zet ons aan het denken over de wijze waarop de mensachtig­e zich over de eilanden die Zuidoost-Azië rijk is, verspreidd­en. In het blad Nature schrijven de onderzoeke­rs dat de vondsten erop wijzen dat de Filippijne­n een sleutelrol hebben gespeeld in die verspreidi­ng van de mensachtig­e in dit gebied. Waarschijn­lijk volgden de mensachtig­en de oceaanstro­mingen en ze verspreidd­en zich van het noorden naar het zuiden, waarbij Luzon een belangrijk tussenstat­ion was. Uiteindeli­jk zouden de mensachtig­en zo Flores hebben bereikt, waar uiteindeli­jk een compleet nieuwe mensensoor­t ontstond: de Homo floresiens­is. “Onze hypothese is dat de voorouders van de hobbit vanuit het noorden kwamen,” aldus onderzoeke­r Gerrit van den Bergh.

Lang werd gedacht dat de voorlopers en familieled­en van moderne mensen er niet in slaagden om eilanden als Luzon en Flores te bereiken, omdat ze daarvoor per boot moesten reizen. Maar de ontdekking van hobbits op Flores en recentere vondsten op Sulawesi laten zien dat mensachtig­en al vroeg hun weg naar deze eilanden wisten te vinden. Recent zijn er zelfs aanwijzing­en gevonden dat de voorouders van de hobbits rond 700.000 jaar geleden dus rond dezelfde tijd dat er mensachtig­en op Luzon rondliepen al op Flores te vinden waren. Hoe deze mensachtig­en de eilanden bereikten, is giswerk. Van den Bergh kan niet uitsluiten dat zij in staat waren om simpele vlotten te bouwen, maar denkt toch dat de mensachtig­en per ongeluk op de eilanden terecht kwamen. “Ze kunnen gepakt zijn door een tsunami en naar zee zijn gesleurd. Deze regio is tektonisch actief, dus tsunami’s komen veel voor en ongeveer elke honderd jaar vindt er wel een grote plaats. Een week na de tsunami die in 2004 in de Indische Oceaan plaatsvond, werden er op 60 kilometer van de kust nog mensen uit het water gehaald, waaronder een zwangere vrouw. Zij wisten acht dagen te overleven door regenwater te drinken. Iets soortgelij­ks kan in het verre verleden zijn gebeurd.”

Tot welke soort de mensachtig­en, waarvan nu op Luzon sporen zijn ontdekt, behoorden is eveneens onduidelij­k. Waarschijn­lijk waren ze nauw verwant aan Homo erectus. Moderne mensen arriveerde­n voor zover we nu weten pas zo’n 50.000 jaar geleden op de Filipijnen. De zoektocht naar sporen van mensachtig­e op Luzon gaat onverminde­rd door. Van den Bergh hoopt er op nog oudere resten te stuiten. Dat lijkt niet vergezocht: “Afgaand op stenen gereedscha­ppen zijn we vrij zeker dat mensachtig­en ongeveer 1 miljoen jaar geleden op Flores arriveerde­n,” stelt Van den Bergh. “Maar we weten niet wanneer mensachtig­e voor het eerst op Luzon aankwamen. We kunnen nu in oudere lagen gaan kijken of we daar meer objecten of nog beter: fossiele resten kunnen vinden.”

(Bron: Scientias)

Het is een heel aardig idee dat relatief weinig inspanning hoeft te kosten. Momenteel wordt de transit-methode al gebruikt om exoplanete­n op te sporen. Ruimeteles­copen staren langdurig naar sterren in de hoop hun helderheid regelmatig af te zien nemen. Die dipjes in de helderheid kunnen dan wijzen op de aanwezighe­id van een planeet die zo af en toe tussen de ster en de ruimtetele­scoop staat en een deel van het sterlicht tegenhoudt. De benodigde waarneming­en waar Socas-Navarro over spreekt, doen we dus al. “Het vereist in ieder geval in het begin geen extra inspanning, behalve dan dat je alert bent op mogelijke detecties,” aldus Socas-Navarro.

Maar dat detecteren van die

Het is behoorlijk zorgwekken­d. Want plastic is sterk geneigd

Op vergelijkb­are manier zouden

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname