Smeken om een humanitaire interventie in Venezuela
Amerikaanse regeringen staan er al vele decennia voor bekend: Latijns-Amerikaanse regeringen met geld destabiliseren en zelfs ten val brengen. De Spanjaard José Antonio Sanahuja Perales schreef een doctoraatsthesis voor het Departement van Openbaar Internationaal Recht en Internationale Relaties van de Universidad Plutense in Madrid. De thesis werd gepubliceerd in 1996. We lezen daarin dat de VS 4.000 miljoen dollar voor economische en militaire hulp pompten in het Centraal-Amerikaanse El Salvador in de jaren 80 tijdens de burgeroorlog. Tot op vandaag gaan de VS door met hun interventiebeleid, zowel op financieel, moreel, technisch, diplomatiek als militair vlak. Het gaat er niet altijd discreet aan toe. Iedereen mag het weten. Vandaag nog maar eens onder meer tegen Venezuela. In plaats van president Donald Trump van de VS nam vicepresident Mike Pence deel aan de 8ste topontmoeting van de Amerikaanse Staten. Die ontmoeting ging door op 13 en 14 april jongstleden in Lima, hoofdstad van Peru. De Amerikaanse vice-president ontving enkele leiders van de Venezolaanse oppositie op de Amerikaanse ambassade in Lima: onder meer Antonio Ledesma, Carlos Vecchio, David Smolansky en Julio Borges. De bedoeling was om afspraken te maken om ‘de democratie in Venezuela te herstellen.’
“De VS zullen een fonds van 16 miljoen dollar uittrekken om de Venezolanen die gevlucht zijn uit het land te helpen”, beloofde hij. Een eufemisme om terloops de politieke oppositie in het buitenland te steunen tegen de huidige en wettelijke regering van president Nicolás Maduro.
In een video-opname van de Amerikaanse radio- en tvzender La Voz de América zien we dat opposant Antonio Ledesma de Amerikaanse vice-president smeekt om iets te doen dat zou kunnen beschouwd worden als landverraad.
“Wat wij vragen, naast deze humanitaire hulp, is een humanitaire interventie voor Venezuela (…) De sancties zijn noodzakelijk: de sancties uitbreiden, de sancties intensifiëren, die niet tegen de bevolking gericht zijn.” Daarop antwoordde Mike Pence: “We zullen steun bekomen voor bijkomende sancties, bijkomende isolering en bijkomende diplomatieke druk op Venezuela.” Hij vervolgde met de belofte een oproep te doen “naar zijn bondgenoten in de regio’ om ‘meer sancties’ tegen Venezuela toe te passen en om hen ook te verzoeken naar meer ‘humanitaire inspanningen.”
Van de beloofde fondsen zal het Amerikaanse Agentschap voor Internationale Ontwikkeling (USAID) 3,5 miljoen dollar verdelen onder lokale organisaties en de rest zou naar het Agentschap van de VN voor Vluchtelingen (ACNUR) gaan. Tijdens die bijeenkomst waren tevens aanwezig: Francisco Palmieri, de subsecretaris in functie van het ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS en Mark Green, administrator van USAID.
Terloops is gesignaleerd dat president Evo Morales van Bolivië het Amerikaanse USAID in 2013 eruit gooide. Hij beschuldigde het Amerikaanse agentschap van politieke inmenging in zijn land.
(De Wereld Morgen/Foto:
operationworld.org)