Dag voor Slachtoffers van Terrorisme
Op 11 mei 2007 vond één van de heftigste terroristische aanslagen ooit op Europese bodem plaats: De Spaanse metroaanslagen in Madrid. Die eisten enkele tientallen levens en honderden gewonden. Sindsdien wordt ieder jaar de Europese Dag voor Slachtoffers van Terrorisme gehouden.
Op deze dag herdenken we de slachtoffers van deze en andere terroristische aanslagen en staan we erbij stil hoe we deze vorm van geweld het beste kunnen bestrijden. Of, om het als de vicepresident van de Europese Commissie Jacques Barrot te zeggen: “Deze dag grijpen we aan om terroristen te laten zien dat geen enkele terreurdaad onze samenleving uit elkaar kan trekken.” Terrorisme (van het Latijnse terror, paniek) is het zonder wettige grond plegen van ernstig geweld, of ernstige dreiging daarmee, met een politiek doel. In de meeste opvattingen over wat terrorisme is, moet het om illegaal geweld gaan, doorgaans gekoppeld aan burgers als slachtoffers. In de jaren zestig pleegden in Frankrijk tegenstanders van president Charles de Gaulle onder de naam OAS (Organisation de l’Armée Secrète) vele bomaanslagen, vooral in Parijs, om afscheiding van Algerije te voorkomen, onder aanvoering van de Franse ex-generaal Salan. De OAS pleegde in anderhalf jaar ruim 1.000 aanslagen en daarbij kwamen tussen de 3.000 en 12.500 mensen om het leven. De OAS had haar historische wortels deels in de Cagoule. In ZuidAfrika is de Boeremag actief die volgens de regering wordt beschouwd als een rechts terreurnetwerk dat verantwoordelijk was voor de aanslag in Soweto in 2002.
Er bestaat ook terrorisme dat door eenlingen gepleegd wordt zonder dat daar een grotere organisatie achter staat. Met name in de Verenigde Staten zijn er zich libertariër noemende terroristen die de Staat willen afschaffen en tegen elke vorm van overheid zijn. De bekendste exponent van deze terroristen is Timothy McVeigh, die verantwoordelijk was voor de bomaanslag op een overheidsgebouw in Oklahoma City. Nog een bekende individuele terrorist is Theodore Kaczynski, bekend als de unabomber, die het voorzien had op wetenschappers die zich met kunstmatige intelligentie bezighielden. Hij was bang dat in de toekomst onvermijdelijk de mensheid uitgeroeid wordt door een bovenmenselijke intelligentie als die eventueel door deze geleerden in het leven wordt geroepen. In juli 2011 pleegde de Noor Anders Breivik in zijn land twee aanslagen: eerst liet hij een autobom ontploffen bij een regeringsgebouw in Oslo, waarbij er acht doden vielen. Daarna begaf hij zich naar het eilandje Utøya, waar hij 69 deelnemers aan een jeugdkamp van de Noorse Arbeiderspartij doodschoot.
(Bron: FijneDag)