Internationale Dag van het Gezin
Eind 1993 hebben de Verenigde Naties 15 mei als Internationale Dag van het Gezin (International Day of Families) uitgeroepen. Een dag waarop wordt stilgestaan bij het belang van het gezin. In veel landen wordt uitgebreid aandacht besteed aan deze dag.
Gezin is de term voor alle samenwerkingsvormen die een herkenbare sociale eenheid op microniveau vormen, met al dan niet verwante personen die duurzame en affectieve banden hebben en elkaar onderling steun en verzorging verlenen. Het moderne (westers-getinte) gezin is een kerngezin met meerdere relaties na elkaar, waarbij de partners kiezen waar ze wonen, hun kinderen de achternaam van de vader, soms de moeder, geven en elkaar aanvullen op het vlak van verantwoordelijkheid. Het gezin blijft evenwel een cultureel gegeven. Meestal bestaat het gezin uit twee generaties, waartussen verwantschapsbanden bestaan. Een gezin is in de meeste culturen gesteund op het huwelijk en heeft een huishouden, evenals banden met de familie. Een familie wordt in de sociologie bezien als een ruimere eenheid van nauw verwante personen, hetzij in een bloedverwantschaps-, hetzij in een aanverwantschapssysteem. Het gezin is een dynamisch proces, het verandert onder invloed van leeftijd, omgevingsfactoren en tal van elementen die samengaan met de individuele evolutie van de gezinsleden. Er is enige overlap tussen het begrip familie en het begrip gezin. Dit heeft veel te maken met het feit dat veel talen tussen deze twee begrippen geen onderscheid maken. Het gezin bestaat dikwijls uit nabije bloedverwanten, maar hoeft deze niet allemaal te omvatten en kan ook anderen omvatten zoals huisknechten, boerenknechten en dienstbodes.
Het pre-industriële gezin is een kleine onderneming waarbij sociaal-emotionele en economische structuur sterk verweven zijn. Het huwelijk, vaak gearrangeerd door ouders of derden, was een zakelijk contract, waaruit kinderen voortkwamen die thuis werden opgeleid, waarbij ongeletterdheid vaak voorkwam. Het samenleven binnen het gezin werd overheerst door instrumentele relaties. Het gezin werd gezien als leerschool voor het leven. Het moderne gezin bestaat sinds het begin van de 20ste eeuw, ten gevolge van de Industriële revolutie. Werk en gezin zijn gescheiden (met uitzondering van zelfstandigen) waardoor kinderen niet langer het leven leren door te kijken naar de ouders en hun leven in scholen doorbrengen. Een aantal taken van het gezin werd uitbesteed zoals de economische productie en opvoeding. Het ouderlijke gezag, het huwelijk en de betekenis van kinderen zijn de drie voornaamste gebieden waar er een zogenaamde functionele differentiatie (een verspreiding van de functies) optrad.
(Bron: Beleven)