CBvS vErtrouwt op GoEDE Afloop In zAAk AAnGEHouDEn GElDzEnDInG
PARAMARIBO - De Centrale Bank van Suriname (CBvS) verwacht dat de zaak waarbij een geldzending aan euro’s door de douaneautoriteiten en het Openbaar Ministerie in Nederland is aangehouden, goed zal aflopen. Het aanhouden van de vreemde valuta vond een paar weken geleden plaats.
Volgens een persbericht van de CBvS betreft het een bedrag aan euro’s dat door onze deviezenbanken in de periode daarvoor van derden is opgekocht. De euro’s behoren dan ook aan deze deviezenbanken in eigendom toe en worden onder meer gebruikt door hen voor het nakomen van internationale betalingsverplichtingen. Het lokale bankwezen koopt dus contante deviezen op, die vanuit diverse bronnen verkregen worden. Zij zijn daarbij onderworpen aan richtlijnen die voldoen aan internationale standaarden. De opgekochte deviezen moeten vervolgens naar het buitenland worden verscheept voor het plegen van onder meer importbetalingen, omdat buitenlandse leveranciers niet hier te lande met contant geld betaald kunnen worden. Geldverschepingen van de moederbank ten behoeve van de deviezenbanken op de wijze zoals die ook bij de laatste verzending heeft plaatsgevonden, vinden nu al ruim vijf jaar plaats. In de periode daarvoor verzorgden de deviezenbanken hun eigen verscheping, maar vanwege de toenemende mate waarin zij correspondentbanken kwijtraakten en de diensten van geldverschepingen van correspondentbanken bij hen wegvielen, werd de CBvS benaderd om hen te hulp te schieten. De CBvS doet dat door de deviezen van de deviezenbanken naar haar eigen correspondentbank te sturen op basis van afspraken en procedures die met die correspondentbank zijn overeengekomen. Het gedrag van de correspondentbanken, dat zijn buitenlandse banken waar onze bankinstellingen rekeningen aanhouden, heeft verband met een benadering die als ‘de-risking van correspondentbanken’ bekendstaat. Simpel gezegd betekent ‘derisking’: het ontnemen of stopzetten van bankdiensten. Het verbreken van correspondentrelaties en het optreden van het de-riskingsvraagstuk heeft uiteraard een achtergrond. Die achtergrond betreft jammerlijk het feit dat criminelen over de gehele wereld pogingen ondernemen om in het legitieme bancaire verkeer te infiltreren om het witwassen van geld. De internationale financiële wereld reageert daarop met steeds scherpere maatregelen, voorzieningen en controles, en het afsnijden van relaties die mogelijke risico’s in zich bergen.
Het is vanwege die internationale houding dat de douane in Nederland nu ook extra vragen heeft gesteld bij de laatste geldzending van onze handelsbanken, waarvan de verdere verscheping naar de correspondent van de CBvS, zoals eerder gezegd, is opgehouden. De CBvS is in contact met de autoriteiten in Nederland en heeft er vertrouwen in dat plooien zullen worden gladgestreken. “Wij doen er alles aan om niet alleen de huidige geldzending voortgang te laten hebben, maar maken tevens van de gelegenheid gebruik om tot goede afspraken te komen voor een vlot verloop van toekomstige geldzendingen”, aldus de monetaire instelling.