Transportautoriteiten Suriname en Guyana bespreken probleem Surinaamse bushouders
NICKERIE - Transportautoriteiten van Suriname en Guyana hebben zich vorige week vrijdag in het Burger Informatie Centrum van Nickerie gebogen over de problematiek van de minibussen. Deze onderhouden de route Guyana - Suriname waarbij de busbestuurders hier vrijelijk kunnen rijden, terwijl hun Surinaamse collega’s de oversteek met passagiers naar het buurland niet kunnen doen. Dit slepende probleem speelt sinds 2014.
Onze bushouders voelen zich hierdoor tekort gedaan en deden hun beklag bij de Surinaamse autoriteiten dat zij geen busdiensten in Guyana kunnen uitvoeren, terwijl hun Guyanese collega’s hier gewoon passagiers vervoeren. De Surinaamse bushouders vinden dat er sprake is van oneerlijke concurrentie.
Joyce BloklandWijnstein, directeur van het directoraat Transport van het Ministerie van Openbare Werken, Transport en Communicatie (OWT & C) die aan het hoofd stond van de Surinaamse delegatie, zegt aan de krant dat er eerder verschillende ontmoetingen geweest zijn met de counterpart omtrent deze kwestie, maar dat er op een bepaald moment niet meer met Guyana is gesproken. De directeur zegt dat minister Pengel van OWT& C ervoor gekozen heeft om de gesprekken met de westenburen te continueren, zodat er een oplossing komt in deze kwestie. “Dat kunnen we alleen bereiken door te communiceren met elkaar. We hebben de problemen bekeken, we hebben gekeken naar de documentatie en op grond daarvan vonden we het nodig om de Guyanese counterparts uit te nodigen, zodat we kunnen nagaan wat er eigenlijk mis is met de minibussen die rijden in Suriname”, zegt de directeur aan de krant. Volgens BloklandWijnstein zijn partijen er nog niet uit. Vandaar dat is besloten om op 13 juni weer bij elkaar te komen in Guyana. Zij hoopt dat partijen wel met een oplossing zullen komen.
Het punt is volgens BloklandWijnstein dat Suriname in 1989 een ‘crossborder overeenkomst’ heeft ondertekend. “We zijn bezig om dat te bestuderen, waardoor wij op die wijze kunnen proberen om te kijken hoe verder te gaan daarmee.” Volgens de directeur mogen de Surinaamse bussen ook vrij rijden in Guyana. Zij verwijst naar het protocol waarin staat opgenomen ‘dat de bushouders van beide landen zich vrijelijk mogen bewegen in de twee landen’. “Dat zegt het protocol en als je iets hebt gete kend, moet je erachter staan en als er problemen zijn, dan moeten we samen kijken hoe we het oplossen.”
In de Surinaamse delegatie zaten behalve BloklandWijnstein ambassadeur Nisha Kurban, de voormalige ambassadeur in Guyana, de terminal manager van Canawaima, de directeur van het Nationaal Vervoer Bedrijf en vertegenwoordigers van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, onder wie ambassadeur Kolader. De Guyanese delegatie bestond uit de ambassadeur van Guyana in Paramaribo, Keith George, de terminal manager van Canawaima Guyana en overige transportautoriteiten van het buurland. AL