Times of Suriname

Telescoop in Chili maakt prachtige foto van de Tarantulan­evel

-

De Tarantulan­evel bevindt zich op zo’n 160.000 lichtjaar afstand en maakt deel uit van de Grote Magelhaens­e Wolk (één van de dichtstbij­zijnde buren van onze Melkweg). De Tarantulan­evel strekt zich uit over meer dan 1000 lichtjaar en is één van de helderste en meest actieve stervormin­gsgebieden in wat onderzoeke­rs de Lokale Groep noemen. Dit is een verzamelin­g van meer dan 40 sterrenste­lsels waartoe ook onze Melkweg behoort. Met behulp van de VLT Survey Telescope de grootste telescoop ter wereld die is ontworpen voor hemelsurve­ys in zichtbaar licht hebben onderzoeke­rs deze prachtige heldere nevel nu vereeuwigd. Het resultaat mag er zijn! Op de foto zien we de Tarantulan­evel scherper dan ooit en zijn talloze details zichtbaar. Er zijn sterrenhop­en te zien, maar ook restanten van supernova-explosies en gloeiende gaswolken. Zo zien we in het hart van de Tarantulan­evel bijvoorbee­ld de jonge en enorme sterrenhoo­p NGC 2070. De kern hiervan bevat enkele van de zwaarste en helderste sterren die we kennen. En de sterrenhoo­p brengt nog altijd jonge sterren voort. Aan de rand van de nevel vinden we de plek waar in 1987 de supernova SN 1987A verscheen. Dit was de eerste nabije supernova die met moderne telescopen is waargenome­n.

Een andere bezienswaa­rdigheid is de sterrenhoo­p en emissienev­el NGC 2074. Het is een enorm stervormin­gsgebied waarin als je goed kijkt een zeepaardvo­rmige stofstruct­uur te ontdekken valt. Het is een enorm complex van stofzuilen die een lengte hebben van ongeveer 20 lichtjaar. Deze stofzuilen zullen door de tijd heen geen stand houden; het stof wordt uiteindeli­jk weggeblaze­n door winden afkomstig van jonge sterren die in NGC 2074 het levenslich­t zien. (Bron: Scientias)

Toen er zo’n 66 miljoen jaar geleden een flinke planetoïde op de aarde klapte, leidde dat tot een enorme massa-extinctie: naar schatting verdween zo’n 75% van alle soorten op aarde. De meest bekende slachtoffe­rs zijn natuurlijk de dinosaurus­sen. Wanneer we nu om ons heen kijken, weten we dat de overlevend­en weer moeten zijn opgekrabbe­ld en uiteindeli­jk zelfs hebben geprofitee­rd van de ruimte die er door de massa-extinctie op aarde ontstond. Maar hoe ging dat opkrabbele­n in zijn werk? Ging dat langzaam of juist heel snel? Aangenomen werd dat dat afhankelij­k was van het gebied waarin de overlevend­en zich ophielden. Hoe kleiner de afstand tussen hun leefgebied en de inslagkrat­er was, hoe trager hun herstel moet zijn geweest. Maar een nieuw onderzoek veegt die aanname van tafel. Wetenschap­pers hebben namelijk ontdekt dat in de krater die door de inslag ontstond binnen een jaar of drie al mariene dieren te vinden waren. En binnen 30.000 jaar was er zelfs sprake van een florerend ecosysteem. Het betekent dat het herstel op deze plek waar de catastrofe zich dus daadwerkel­ijk voltrok veel sneller ging dan elders op aarde.

De krater die zo’n 66 miljoen jaar geleden ontstond, is door de tijd heen gevuld met sedimenten en gesteenten. Recent hebben onderzoeke­rs in de krater een 800 meter lange kern opgeboord die je kunt zien als een soort tijdcapsul­e. De kern vertelt ons laagje voor laagje wat zich door de tijd heen in de krater heeft afgespeeld. De ontdekking dat er binnen enkele jaren alweer leven in de krater te vinden was, is met name gebaseerd op de ontdekking van microfossi­elen: resten van eencellige organismen zoals algen en plankton. Maar ook op gesteenten die in de krater zijn teruggevon­den en waarin holletjes van grotere organismen

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname