Kranslegging Baba en Mai in teken van ‘welzijn voor natie’
PARAMARIBO - “We moeten nu eindelijk beseffen dat door samenwerken alleen deze natie verder kan gaan. We moeten koesteren hoeveel ‘welzijn’ onze voorouders uit India voor ons hebben achtergelaten.” Dit zei vicepresident Ashwin Adhin gisteren in zijn toespraak bij het standbeeld van Baba en Mai, in verband met 145 jaar Hindostaanse Immigratie.
Volgens Adhin moet er nu meer aandacht besteed worden aan de waardevolle tradities; die moeten blijven voortbestaan. Bij de kranslegging waren onder anderen aanwezig Anil Manorath, voorzitter van de Culturele Unie Suriname, vertegenwoordigers van de Nationale Stichting Hindostaanse Immigratie, vertegenwoordigers van de Stichting Organisatie Hindoe Media Suriname en Henk Herrenberg, voorzitter van de Nationale Commissie Herdenking Jubileumjaren. Zij hebben allen eer betoond aan Baba en Mai. Volgens Herrenberg is Suriname los van muziek en dans zeer rijk aan cultuur vanwege de verschillende bevolkingsgroepen die er zijn. Het is daarom belangrijk dat er samengewerkt wordt aan de groei van het land.
Na de kranslegging is er samen met de delegatie gelopen naar het Onafhankelijkheidsplein, waar de opening plaatsvond van een reconstructie van een traditioneel gaon (dorp). Zo een gaon geeft een duidelijk beeld van hoe de Hindostaanse immigranten uit India in Suriname hebben geleefd. De ochtendfestiviteiten eindigden met een botenshow op de Surinamerivier langs de Waterkant. De boten waren gespoten in de kleuren van de Surinaamse vlag, als symbool van eenheid.
(MW)