Bevrijding Raqqa kostte te veel burgers het leven
(NU) SYRIE - Bij de herovering van van de Syrische stad Raqqa, de kortstondige hoofdstad van het kalifaat van Islamitische Staat, zijn honderden burgers gedood bij luchtaanvallen door de coalitie onder aanvoering van de Verenigde Staten. Destijds was sprake van ‘de nauwkeurigste bombardementen in de militaire geschiedenis’.
In een gisteren gepubliceerd rapport van Amnesty International ‘Vernietigingsoorlog: de destructieve tol voor burgers in Raqqa, Syrië’ wordt dat laatste tegengesproken. Aan de hand van het lot van vier families die negentig familieleden en buren verloren, ‘bijna allemaal door de bombardementen’, kan volgens de mensenrechtenorganisatie worden gesproken van ‘disproportionele en willekeurige’ aanvallen. In sommige gevallen waren dat mogelijk schendingen van het internationale oorlogsrecht en misschien zelfs oorlogsmisdaden. Bij een van de vier families vielen 39 doden te betreuren als gevolg van vier luchtaanvallen door de Coalitie.
Bij de bevrijding van Raqqa werd al door meerdere organisaties bezorgdheid geuit over het lot van de burgers. Volgens de VN zaten er op zeker moment rond 20 duizend mensen in de val. Enerzijds waren er de sluipschutters en de mijnen van IS die vluchten levensgevaarlijk maakten, anderzijds werden burgers als levende schilden gebruikt door de terroristen, aldus de VNcoördinator voor humanitaire hulp.
Er woedden ook nog eens hevige straatgevechten tussen IS-strijders en de Syrian Democratic Forces (SDF). De laatsten konden rekenen op luchtsteun en de artillerie van de coalitie. Amnesty legde het trieste verhaal vast van een familie die eerst mensen verloor door de mijnen van Islamitische Staat, toen door mortieren van de Koerden binnen de SDF en tenslotte door de bommen van de coalitie.
“Het wrede regime van IS ontsloeg de coalitie niet van haar verplichting om alles in het werk te stellen om burgerslachtoffers te vermijden”, aldus Donatella Rovera van Amnesty International. De leden van de coalitie, waaronder ook Nederland, worden opgeroepen een onafhankelijk onderzoek te beginnen naar de beschuldigingen van schendingen en het veroorzaken van burgerslachtoffers.
Alle vier families die Amnesty voor het rapport sprak, maakten de oorlogsgruwelen van nabij mee. Zo zegt Munira Hashish: “Degenen die achterbleven stierven, degenen die probeerden weg te komen stierven ook. Wij konden het ons niet veroorloven om de smokkelaars te betalen (om te vluchten); we zaten klem.” Het lukte Hashish en haar kinderen uiteindelijk om te vluchten door een mijnenveld, “door te lopen over het bloed van degenen die vóór ons hadden proberen te vluchten en daarbij waren opgeblazen waren.”
“Helaas hebben we dit soort rapporten de afgelopen jaren geschreven over verschillende partijen”, aldus Emile Affolter, woordvoerder van Amnesty Nederland. Er werden rapporten gemaakt over de terreur van IS en de bombardementen door het Syrische leger en de Russen op bijvoorbeeld Aleppo. Steeds hetzelfde verhaal: burgers betalen de hoogste prijs.
Bij de vier Nederlandse bombardementen in Irak en Syrië die het Openbaar Ministerie heeft onderzocht, zijn vrijwel zeker onschuldige burgers om het leven gekomen. Eén bom viel per abuis op een woonhuis. Nederlandse F-16 piloten waren in de veronderstelling dat het een hoofdkwartier van IS-strijders was. Het OM heeft geconcludeerd dat de vliegers bij al deze aanvallen niets valt te verwijten.
(AD)