Wereld Bloeddonordag
In 2004 heeft de Wereld Gezondheidsorganisatie 14 juni omgedoopt tot Wereld Bloeddonordag, een speciale dag waarop wereldwijd aandacht wordt gevraagd voor het belang van vrijwillig en onbetaald bloeddonorschap.
Wereld Bloeddonordag is ieder jaar op 14 juni; de geboortedatum van de uitvinder van de bloedgroep: Karl Landsteiner. Landsteiner is bekend geworden vanwege de ontwikkeling in 1901 van het moderne systeem van bloedgroepen door de identificatie van de aanwezigheid van agglutinines in het bloed. Dit deed hij door de manier te onderzoeken waarop bloed reageerde als het werd gemengd. Soms ontstond er een samenklontering van rode bloedcellen en bij andere combinaties gebeurde dit niet. Hierbij kon hij onderscheid maken in drie bloedgroepen: A, B en C. Later werd C hernoemd in O en een assistent ontdekte nog een vierde bloedgroep: AB. Zijn ontdekking maakte bloedtransfusies tussen mensen mogelijk, waarbij een patiënt bloed krijgt toegediend van iemand met dezelfde bloedgroep. Hiervoor kreeg hij in 1930 de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde.
Een bloeddonatie is een vrijwillige afgifte van bloed door een bloeddonor. Het bloed kan bestemd zijn voor een patiënt die een bloedtransfusie nodig heeft, maar ook voor de fabricage van medicijnen. Een bloeddonatie vindt meestal plaats op een bloedbank, waarna het bloed getest en bewerkt zal worden, voordat het naar een patiënt in een ziekenhuis gaat. Men kan bloeddonor worden vanaf het achttiende jaar. Men kan zich als nieuwe donor aanmelden tot het 65ste jaar; als men eenmaal donor is, kan men tot het zeventigste jaar donor blijven. In België mocht men pas bloed geven vanaf 21 jaar, maar dat is rond 1980 gebracht naar 18 jaar. Bloed geven kon men tot de dag voor men 65 jaar oud werd, daarna niet meer. Begin juli 2011 werd die leeftijdsgrens ook opgetrokken naar 70 jaar. Regelmatig moeten donoren stoppen met doneren, omdat zij zeventig worden of vanwege gezondheidsproblemen. Daardoor is er een voortdurende behoefte aan nieuwe donoren.
Wanneer iemand zich aanmeldt als donor, zal hij of zij uitgenodigd worden voor een eerste afspraak bij de bloedbank. Tijdens deze eerste afspraak krijgt de nieuwe donor informatie over het doneren en wordt er een uitgebreide medische vragenlijst doorgenomen met de donor. De donor wordt vervolgens medisch gekeurd en er worden enige buisjes bloed afgenomen om de bloedgroep te bepalen en om de donor te testen op belangrijke infectieziekten. Pas wanneer alle uitslagen van alle testen op infectieziekten bekend zijn, kan een donor uitgenodigd worden voor de eerste afname van een halve liter bloed. Voordat het afgestane bloed gebruikt wordt, wordt dit altijd op een aantal infectieziekten getest, waaronder hiv, hepatitis B, hepatitis C, syfilis en hemofilie.
Het afgestane bloed wordt tegenwoordig altijd eerst bewerkt voordat het aan een patiënt gegeven wordt. Het wordt meestal gesplitst in verschillende onderdelen, onder andere de rode bloedcellen, de bloedplaatjes en het bloedplasma. Al deze onderdelen kunnen aan verschillende patiënten gegeven worden, die precies dat onderdeel nodig hebben. Deze bloedonderdelen worden aangeduid met de term ‘bloedproduct’.
(Bron: Beleven)