Vissen 20 februari - 20 maart
Probeer in contact te komen met mensen die iets voor je kunnen betekenen en wees niet te bescheiden om anderen om een gunst te vragen. Jij kunt vast iets voor hen doen als tegenprestatie. De heer August Boldewijn stond op 14 juni een interview af aan Times of Suriname, waarin hij stelde dat de vicepresident bij die decoraties ongrondwettelijk had opgetreden. De redenering van Boldewijn is duidelijk. Artikel 98 van de Grondwet, regelende de waarneming van het ambt van president, kon op 12 juni nooit op de vicepresident van toepassing zijn, omdat de president op dat moment niet ‘afwezig’ was in de zin van artikel 98 sub c van de Grondwet. De President was op dat moment niet afwezig, maar geheel in functie als president en dus staatsrechtelijk 100% aanwezig. Boldewijn stelt dan ook geheel juist dat de president niet op hetzelfde moment op twee plekken, in functie, rechtshandelingen of feitelijke handelingen kan verrichten. Naar ik aanneem heeft de vicepresident, mede op aanraden van de directeur van het Kabinet van de President, deze staatsrechtelijke blunder begaan. In Times of Suriname van 16 juni stelt de heer Eugene van der San in een ingezonden artikel onder de kop ‘Te kwader trouw of onwetendheid’, dat er niets fout was met het optreden van de vicepresident.
“De president wordt geacht afwezig te zijn indien hij niet aanwezig is”, legt Van der San uit. Hij vervolgt: “Wanneer het protocol van de president te kennen geeft dat de president wegens bijzondere omstandigheden afwezig zal zijn, dan mag/moet de president vervangen worden door de vicepresident.”
Van der San snapt volgens mij de betekenis van afwezig als bedoeld in art. 98 sub c van de Grondwet niet. Volgens hem wordt de president ‘geacht afwezig’, dus fictief afwezig te zijn, als Protocol te kennen geeft dat hij niet aanwezig is of zal zijn. Volgens hem is ‘afwezig’, de fictie, van ‘niet aanwezig’ zijn. Deze stelling is volstrekt onjuist, omdat afwezig als bedoeld in artikel 98 sub c van de Grondwet een fysiek feitelijke toestand is en geen geachte c.q. fictieve toestand. Afwezig zijn betekent in dat artikel; niet te vinden, althans, niet te bereiken of niet in de mogelijkheid het ambt uit te oefenen, anders dan om medische redenen als bedoeld is sub a van dat artikel.
De eerste gedachte bij het lezen van deze staatsrechtelijke onzin van de grondwetsuitlegger, ontlokte bij mij een glimlach. Van der San ziet president Bouterse kennelijk als een opperbouwmeester die bovennatuurlijke en parastaatsrechtelijke
Maar al gauw veranderde mijn glimlach in een grimas. Immers, als ik niet beter wist, als ik Van der San niet beter zou kennen, dan zou ik denken dat de man een grondwettelijk scenario schrijft voor een staatsgreep.
Ik zie het al voor me. Op de eerste etage van het paleis zit de president in zijn werkkamer te wachten op de vicepresident die op de begane grond zit te wachten om door de president ontvangen te worden. De vicepresident krijgt plots een telefoontje of app van Protocol dat de president afwezig is. Op grond van die mededeling moet volgens Van der San de vicepresident dan het ambt van president waarnemen. Dan zit dus de ‘afwezig geachte’ president, buiten functie, op de eerste etage en de vicepresident in de functie van waarnemend president, tevens waarnemend opperbevelhebber, op de begane grond.
Het lijkt op de man die een domheid begaat - namelijk als directeur van het Kabinet van de President, de vicepresident de Grondwet laten schenden - en dat maar niet wil toegeven, en daarom vervolgens die domheid tracht te repareren met een staatsgevaarlijke afwezigheidsfictie. De heer Eugene van der San beseft volgens mij gewoon niet dat hij niet alleen staatsrechtelijke onzin, maar vooral staatsgevaarlijke domheid verkondigt. Als zijn afwezigheidsfictie de heersende opvatting op het Kabinet van de President is, dan moet president Bouterse zich volgens mij zorgen maken.
Mr. H.A.M. Essed Paramaribo 17 juni 2018