De terechtzitting: aanhangig maken van de strafzaak
Geachte lezer,
Ondertussen weet u als trouwe lezer van deze rubriek, dat er in een strafzaak verschillende fases zijn. Indien uit feiten en omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit wordt u als verdachte aangemerkt. Dat is de politiefase oftewel de opsporingsfase waarin het onderzoek van de politie een aanvang neemt danwel voortgezet wordt.
Na deze fase van opsporing komt de fase van het voorbereidende onderzoek. Het gerechtelijk vooronderzoek maakt daar deel van uit. Over het gerechtelijk vooronderzoek heb ik u in de vorige rubriek geinformeerd. In deze fase kunnen we ook spreken van een vervolgingsfase. Gedurende de vervolgingsfase wordt als verdachte aangemerkt degene tegen wie de vervolging is gericht. (artikel 19 Sv) Echter, we zijn dan nog niet in de fase van de vervolging als verdachte op een terechtzitting. Indien het Openbaar Ministerie na het GVO van oordeel is dat verdere vervolging moet plaatshebben, gaat het dan zo spoedig mogelijk daartoe over. Zolang het onderzoek op de zitting niet is aangevangen kan het Openbaar Ministerie ook afzien van vervolging, op gronden aan het algemeen belang ontleend.
Indien er tot verdere vervolging wordt overgegaan, dan bepaalt artikel 238 Sv dat de strafzaak in eerste aanleg ter terechtzitting aanhangig wordt gemaakt vanwege een dagvaarding vanwege de vervolgingsambtenaar aan de verdachte betekend . Met “eerste aanleg” wordt bedoeld het Kantongerecht der Strafzaken gevestigd aan de Wulfingstraat.
De wet kent namelijk twee rechtsinstanties en dat zijn het Kantongerecht en het Hof van Justitie. Het Kantongerecht is de berechting in eerste aanleg en het Hof van Justitie is de berechting in Hoger beroep. Van belang is om te weten, dat tussen de dag waarop de dagvaarding aan de verdachte is betekend en die der terechtzitting een termijn van tenminste vier dagen moet zijn. De dagen waarop het Parket is gesloten worden niet medegeteld. Het Parket is gesloten op de zaterdag en zondag en op nationale feestdagen. Als aan de verdachte een dagvaarding wordt uitgereikt waar deze vier dagen niet tussen liggen, dan is de dagvaarding nietig.
Doch als u als verdachte instemt met een verkorting van de vier dagen en u ontvangt de dagvaarding en verschijnt op de dag van de zitting in de zaal dan kunt u geen beroep doen op deze nietigheid.
Van uw instemming moet wel blijken uit de akte van uitreiking van de dagvaarding. En die instemming blijkt uit uw ondertekening van de ontvangst van de dagvaarding.
Laat u zich goed informeren over uw rechten maar let u ook op uw plichten. Over twee weken bericht ik u nader over de inhoud van strafzittingen.