Gelekte stookolie in Rotterdamse haven kwam uit ongeladen olietanker
ROTTERDAM - De stookolie die afgelopen zaterdag in de Rotterdamse haven weglekte, is gebruikt om de motoren van de tanker mee aan te drijven. Het schip zelf was niet geladen.
Dat heeft de Rotterdamse wethouder Adriaan Visser (D66) gisteren tegen de gemeenteraad gezegd. Het schip, Bow Jubail van de Noorse rederij Odfjell, is dubbelwandig uitgerust voor wat betreft de lading. De tanks voor de motoren achter in het schip hebben die bescherming niet. Afgelopen zaterdag is de tanker met de achterkant tegen de kade gebotst. Volgens Visser is het een ongekende olieramp voor Rotterdam. “Het is nog een volkomen raadsel hoe dit heeft kunnen gebeuren.
Het schip had een loods aan boord, er was helder zicht en met windkracht 3 was er weinig wind.” “Het schip had net bunkerolie geladen. Het lekken ging enorm snel. Ondanks alle maatregelen zorgden eb en vloed voor snelle verspreiding van de olie”, aldus Visser. Inmiddels is al 160.000 liter opgeruimd. In totaal heeft het schip 217.000 liter stookolie gelekt.
Alle zwanen die bij Stichting Vogelklas Karel Schot zijn binnengekomen, zijn gisteren overgebracht naar de noodopvang van Rijkswaterstaat. Daar worden ze schoongemaakt. De noodopvang dient nu als belangrijkste locatie voor de opvang van de olievogels.
Ook is gisteren een begin gemaakt met het vangen van de met olie besmeurde vogels op en langs het water. Rijkswaterstaat roept daarbij op om niet naar de Maeslantkering te komen, zodat dierenambulances vrij baan hebben om de dieren naar de noodopvang te brengen. (NU)