Internationale Mandeladag
Mandeladag is jaarlijks op 18 juli om wereldwijd mensen op te roepen zich in te spannen voor de wereldvrede door 67 minuten van hun tijd belangeloos hulp te verlenen aan anderen.
Het idee is oorspronkelijk van de organisatie 46664, die op 18 juli 2002 tijdens haar oprichting de mensen vroeg een donatie te doen. Geen geld, maar iets van hun tijd. De dag waarop Mandela 92 jaar werd, kon er worden teruggekeken op een leven waarin hij zich 67 jaar heeft ingezet voor mensenrechten en gelijkheid voor iedereen. Zowel als advocaat als toen hij als politieke gevangene 27 jaar vastzat. Op voordracht van de Zuid-Afrikaanse ambassadeur Baso Sangqu is deze dag in 2010 door de Verenigde Naties officieel uitgeroepen. Nelson Rolihlahla Mandela was een Zuid-Afrikaanse antiapartheidsstrijder en politicus. Vanaf 1944 was Mandela betrokken bij de strijd van het Afrikaans Nationaal Congres (ANC) tegen het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Als leider van de militaire tak van het ANC werd hij in 1963 opgepakt en kreeg hij een levenslange gevangenisstraf opgelegd.
In 1990 kwam hij vrij en het ANC werd gelegaliseerd. Samen met president Frederik de Klerk kreeg Mandela in 1993 de Nobelprijs voor de Vrede voor ‘hun inspanningen voor het vreedzame einde van het apartheidsregime en het leggen van de funderingen voor een nieuw democratisch Zuid-Afrika’. Bij de eerste vrije, niet-raciale verkiezingen in 1994 werd de op dat moment 75-jarige Mandela gekozen tot president van de Republiek ZuidAfrika. In 1999 trad hij af. In Zuid-Afrika wordt hij beschouwd als de ‘vader des vaderlands’. Zijn bijnaam was Madiba, de naam in zijn clan voor Thembu-koningen. Mandela werd geboren in Mvezo, in de toenmalige Unie van Zuid-Afrika, en groeide op in Qunu, een klein dorp vlak bij Mthatha in de OostKaap. Als voornaam kreeg hij de naam Rolihlahla, dat in de taal van de Xhosu letterlijk ‘de tak van een boom trekken’ betekent en als figuurlijke betekenis ‘lastpost’ heeft. Hij was een lid van de Ixhiba-clan, een zijtak van de koninklijke familie Thembu, die toentertijd heerste over de regio Transkei. Zijn vader was stamhoofd Gadla Henry Mphakanyiswa. Zijn moeder Nosekeni Fanny was de derde echtgenote van zijn vader. In totaal had zijn vader vier echtgenotes, bij wie hij vier zonen en negen dochters kreeg. Mandela’s familie leverde vroeger adviseurs aan het hof van de koning. Zijn vader was een van hen. Mandela was het eerste lid uit de geschiedenis van zijn familie dat naar school ging. In 1927 stierf de vader van Mandela en kwam hij onder de voogdij van de regent van de Thembu. Hij kon zich inschrijven aan het College van de Universiteit van Fort Hare, de enige plaats waar zwarten hoger onderwijs mochten volgen. Vanaf 1943 volgde Mandela de opleiding rechten aan de Universiteit van de Witwatersrand in Johannesburg.
In 1944 raakte Mandela betrokken bij de strijd van het ANC tegen de dominantie van de blanke etnische minderheid en de segregatiepolitiek. Als advocaat volgde hij het voorbeeld van satyagraha van Mohandas Gandhi. In augustus 1953 opende Mandela samen met zijn vriend Oliver Tambo een eigen advocatenkantoor, Mandela en Tambo, in het centrum van Johannesburg. Het was indertijd het enige door zwarten geleide advocatenkantoor in Zuid-Afrika. Het was populair bij zwarte cliënten die zich beklaagden over politiegeweld. De overheid trok de vergunning in en dwong hen te verhuizen, waardoor de clientèle afnam. Door tijdgebrek werd het kantoor uiteindelijk opgeheven.
Aangezien de resultaten van de geweldloze acties achterbleven en het ANC in 1960 verboden werd, stichtte en leidde Mandela de militaire tak van het ANC, Umkhonto we Sizwe (Speer van de Natie). Die voerde sabotageacties uit tegen militaire en publieke installaties. Mandela en andere ANC-leden hadden deze vleugel opgericht, omdat ze dachten dat geweldloos verzet zinloos was, aangezien het keer op keer met geweld werd neergeslagen. De aanslagen waren op overheidseigendommen gericht en werden ‘s nachts uitgevoerd. Ze hadden als doel de zwarte bevolking van Zuid-Afrika ertoe te bewegen in opstand te komen om een revolutie te bewerkstelligen.
(Bron: Beleven)