Noodtoestand in Turkije na twee jaar beëindigd
TURKIJE - Na twee jaar is in Turkije de noodtoestand opgeheven. Die werd kort na de mislukte staatsgreep in 2016 afgekondigd en verliep in de nacht van woensdag op donderdag.
Door de noodtoestand konden bepaalde vrijheden worden ingeperkt en kon de regering decreten uitvaardigen die geen goedkeuring van het parlement nodig hebben. Sinds de mislukte staatsgreep zijn ongeveer 160.000 mensen gevangengezet en is bijna hetzelfde aantal ambtenaren ontslagen, meldde het mensenrechtenbureau van de Verenigde Naties in maart van dit jaar. Ruim 50 duizend van hen werden in staat van beschuldiging gesteld.
Erdogan is ervan overtuigd dat zijn voormalige medestander, de Turkse geestelijke Fethullah Gülen, achter de mislukte coup zit. Gülen woont in de Verenigde Staten sinds 1999. Tienduizenden mensen die werden ontslagen en vastgezet, worden door de regering van Erdogan gezien als Gülen-aanhangers. De noodtoestand werd in totaal zeven keer met drie maanden verlengd. President Recep Tayyip Erdogan, die onlangs is herkozen als president, had al beloofd die niet nog eens te verlengen. Tegenstanders van Erdogan verwachten niet dat veel zal veranderen. Door een recente grondwetswijziging heeft Erdogan veel meer macht dan voorheen. Veel aanklagers en rechters werden vervangen in de nasleep van de coup en het parlement buigt zich momenteel over nieuwe antiterreurwetten. De Europese Commissie noemt het beëindigen van de noodtoestand “een welkome stap”. Tegelijk denkt Brussel dat de machtsuitbreiding voor de autoriteiten en het mogelijke behoud van verschillende beperkende maatregelen die golden tijdens de noodtoestand “elk positief effect zouden temperen”, aldus een woordvoerder.
De commissie zegt te verwachten dat Turkije de scheiding der machten respecteert en alle maatregelen terugdraait die een negatieve impact hebben op de onafhankelijkheid van de rechtspraak en “de fundamentele vrijheden die de kern zijn van elke democratische staat. Dat is inclusief de vrijheid van meningsuiting en van vereniging, en procedurele rechten.” (AD)