Times of Suriname

2S YDNDQWLH LQ GH WXLQ

-

'e zon schijnt. 'e lucht is he melsblauw. (en zacht windje kietelt de bomen. Overal heerst er een vakantiesf­eer. Vanmiddag komt Lolo bij Lila in de tuin spe len. 'e mama van Lila heeft voor een leuke picknick gezorgd! (n daar zitten ze dan: Lolo en Lila op een groot roodwit geruit laken. Ze smullen van de heerlijke brood jes en limonade! “Wat lief van je mama!” zegt Lolo terwijl hij gretig naar een broodje kaas graait. Lila knikt. Ze heeft haar mond vol met een broodje met chocola. 5ond haar mond is een grote chocolades­treep. Lolo giert het uit: “Jij hebt een chocoladem­ond!” Lila neemt snel een servet en veegt haar mond schoon. Wanneer ze een volle maag heb ben, brengen Lila en Lolo de rest van het eten naar de keuken. “Was het lekker?” vraagt mama nieuwsgier­ig. Lolo springt naar Lila¶s mama en geeft haar een zoen: “Ja hoor, het was heel lekker!” Snel geeft Lila haar mama twpp dikke zoenen.

(ven later rennen Lila en Lolo door de tuin. Ze rollen over het gras en lopen rond de hoge bomen. “,k kan al tuime len!” roept Lolo. (n hij maakt een mooie tuimeling. “'at kan ik ook”, antwoordt Lila. (n ook zij maakt een mooie buite ling. 'an proberen ze allerlei kunstjes uit op het gras: op ppn been staan, achteruit springen, kikkerspro­ng, huppelen, «« 1a een poosje vallen ze uitgeput neer in het gras. Lila¶s buik gaat op en neer. (n Lolo voelt z¶n hart heel duidelijk kloppen. “,k houd wel van de vakantie”, puft Lila. “'an kun je de hele dag spelen.” “Ja”, zucht Lolo. “Vakantie. ,k wil graag echt op reis gaan. Met het vliegtuig, of met de auto, of met de boot, of met de bus«.. Maar dit jaar blijven we thuis.” “Wij blij ven dit jaar ook thuis”, zegt Lila teleur gesteld. Lila en Lolo zwijgen. Waarom gaan ze dit jaar niet op reis? 1aar zee. Of naar 3ara? Of nog verder weg, naar het buitenland! 3lots heeft Lila een goed idee: “Lolo, laten we samen op vakantie gaan!” (n ze kijkt hem met twinkelend­e oogjes aan. “Ja leuk!” roept Lolo enthousias­t. 'an fronst hij zijn wenkbrauwe­n. “Maar hoe gaan we? (n mag dat wel van papa en mama?” stamelt hij. Lila schokt van het lachen: “Maar neen gekkerd, we gaan op vakantie in mijn tuin! Lijkt je dat iets?” “Jaaaa!” gilt Lolo. “We gaan op vakantie in de tuin.” Lila brengt twee grote koffers naar buiten. “Ziezo”, zegt ze opgewon den. “We kunnen vertrekken!” “Met het vliegtuig!” beveelt Lolo.

Lolo heeft nog nooit gevlogen. “We vlie gen naar«” Lolo denkt na. “1aar Afrika!” schreeuwt hij. “Ja!” gilt Lila.” We gaan naar Afrika! (n we gaan kamperen!” Samen vliegen ze, met elk een koffer in de hand, door de tuin. 'e wind waait door hun haren en het lijkt net of ze echt vlie gen. 3lots houdt Lolo halt. “We zijn er !” juicht hij. “Hoera!” schreeuwt Lila. “1u moeten we onze tent opzetten.” (n met de wasdraad van mama en enkele lakens bouwen Lila en Lolo hun tent. 'at is niet eenvoudig: telkens opnieuw stort de tent in elkaar. Maar de derde keer lukt het en even later zitten Lila en Lolo in hun zelf gemaakte tent. 'oor de spleetjes vallen dunne stralen licht naar binnen. Het is er dus niet erg donker. “1u zijn we moe van het vliegen”, beslist Lolo. “'us gaan we slapen.” Lila vlijt zich naast Lolo neer. Ze sluiten hun ogen. Lila en Lolo kruipen van onder de lakens. “'an is het nu ochtend!” zegt Lila. “We moeten eten zoeken.” Lila doet alsof ze bessen plukt en Lolo doet alsof hij wortels uit trekt. Met veel gesmak en geslurp eten ze hun ontbijt. “*aan we nu op avontuur ?” vraagt Lolo opgewon den. “,k wil graag nieuwe dingen ontdekken.” Lila knikt : “1atuurlijk Lolo. Loop jij maar voorop! ,k volg je.” Voorzichti­g sluipt Lolo door het gras. Achter hem sluipt Lila. Ze kijkt aandachtig om zich heen in de hoop iets te ontdekken. Hun neus is nu heel erg dicht bij het gras. Ze ruiken de geur van het gras en de aarde. Spiedend kijken ze rond. “Stop!”, schreeuwt Lolo. Lila staat stokstijf: “Wat is er ?” fluistert ze. “Heb je iets gezien ?” Lolo draait zich zacht jes om: “,k zie hier een speciaal dier!” Lila komt dichterbij. Maar ze ziet niets. “Waar dan?” vraagt Lila angstig. “Het is toch geen vies beest?” Lolo wijst met z¶n vinger naar de plek vlak onder zijn neus. Lila buigt haar hoofd naar beneden. “(en worm! Het is maar een worm!” lacht ze. “Je moet doen alsof het een speciaal dier is !” bromt Lolo. Lila gniffelt: “O sorry, dat wist ik niet.” 'an kijkt ze hem met verbaasde ogen aan en zegt: “Wat een vreemd dier«” Lolo neemt de worm in z¶n hand. Samen buigen ze zich over de worm. 'e worm is roodbruin, lang en glibberig. Hij heeft helemaal geen po ten en ook geen ogen. “Wil jij hem even vastpakken?” vraagt Lolo aan Lila. Lila haalt haar neus op: “1een dankjewel, ik vind hem een beetje vies.” Voorzichti­g zet Lolo de worm op de grond en samen met Lila kruipt hij verder. Hij hoopt gauw een nieuw dier te vinden. Maar daar is papa: “Lolo, Loloooo. .om je naar huis. Het is badtijd.” “Hp bah, badtijd!” moppert Lolo. Lila en Lolo komen overeind. “.om je morgen terug?” vraagt Lila. “'an gaan we weer op vakantie in de tuin!” “)ijn!” juicht Lolo. “7ot morgen!” Lolo rent naar zijn papa. “7ot morgen!” roept Lila terug. “(n morgen gaan we naar Aruba!”

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname