Internationale Dag van de Tijger
De Internationale Dag van de Tijger wordt jaarlijks gehouden op 29 juli, om wereldwijd aandacht voor het behoud van tijgers te vragen. Het gaat namelijk niet goed met de nobele katachtigen, die links en rechts door stropers en jagers worden afgeschoten voor hun huid, hun botten en voor de sport.
Wereld Tijgerdag vindt zijn oorsprong bij de Saint Petersberg Tiger Summit in 2010. Op dat moment stonden wilde tijgers op het punt van uitsterven. Dierenorganisaties pleitten toen om deze mooie dieren te helpen door geld beschikbaar te stellen en internationale samenwerkingen aan te gaan. Het beschermen en uitbreiden van hun habitat is daarvoor belangrijk. Inmiddels gaat het weer een klein stukje beter met de tijger. Dat heeft deze dag toch maar mooi voor elkaar gekregen.
De tijger is een zoogdier dat tot de familie der katachtigen behoort, en een van de vier ‘grote katten’ die tot het geslacht Panthera behoren. Tijgers zijn jagende roofdieren. De meeste tijgers wonen in het bos en in grasland. Het zijn goede zwemmers; tijgers kunnen vaak badend in vijvers, meren en rivieren worden aangetroffen. Tijgers jagen solitair. Hun dieet bestaat voornamelijk uit middelgrote planteneters, vooral hoefdieren, maar als de omstandigheden dat voorschrijven, jagen ze ook op grotere prooien. Het is geen sociaal dier: de enige groepen bestaan uit moeder en welpen.
De tijger is een bedreigde diersoort die verspreid over Azië voorkomt. De enorme teruggang in aantal moet worden toegeschreven aan het steeds verder oprukken van de mens. Veel rustige natuurgebieden zijn daardoor verloren gegaan, terwijl de tijger een groot leefgebied nodig heeft. Verder is er steeds minder groot wild voorhanden dat als voedsel kan dienen. Daarnaast wordt de tijger vaak het slachtoffer van stropers, omdat zijn fraaie huid, botten en lichaamsdelen op de zwarte markt veel geld opbrengen. In 2016 werd de totale tijgerpopulatie geschat op zo’n 3.890 dieren, wat voor het eerst sinds jaren meer was dan bij de vorige schatting. In 2010 heeft een BBCcameraploeg tijgers gefilmd met automatische filmcamera’s in Bhutan op meer dan 4.000 m hoogte. Het gebied ligt in de Himalaya tussen China (Tibet) en India. Dit is de eerste betrouwbare bevestiging dat er in dat gebied tijgers voorkomen. Tevens is het de grootste hoogte waarop tijgers ooit zijn waargenomen. Deze ontdekking is cruciaal voor het behoud van de tijger, omdat dat gebied als het ware beschermd wordt, als corridor kan dienen om aangrenzende gebieden te herbevolken. De tijger heeft vaak tot de menselijke verbeelding weten te spreken. Rudyard Kipling in The Jungle Book en William Blake in zijn Songs of Experience schilderden de tijger als een wild, angstaanjagend beest af. In The Jungle Book is Shere Khan de grootste, maar ook de gevaarlijkste vijand van Mowgli, de ongekroonde koning van de jungle. Ook in het grotendeels schattige Casper en Hobbes van Bill Watterson ontsnapt Hobbes soms aan zijn rol van knuffelbeest. In Ogen van tijgers van Tonke Dragt staat de tijger symbool voor de woeste oernatuur waar de mens ver van afstaat. Aan de andere kant van de schaal staat Teigetje, uit A.A. Milnes Winnie de Poeh, die nooit angst aanjaagt en altijd vrolijk is.
(Bron: Beleven)